Wanneer hobbymatig gebruik van perceel en wanneer bedrijfsmatig?

Wanneer hobbymatig gebruik van perceel en wanneer bedrijfsmatig?
 

De wijze waarop iemand zijn perceel mag gebruiken, is afhankelijk van de daaraan gegeven bestemming. In het bestemmingsplan ligt de bestemming van het perceel vast.
Het komt regelmatig voor dat op percelen, waarop een woonbestemming rust, activiteiten plaatsvinden in het kader van het uitoefenen van een hobby. Dit hobbymatig gebruik is in beginsel toegestaan binnen de geldende woonbestemming.

Te denken valt aan een paardenliefhebber die een aantal paarden houdt om te berijden en waarmee af en toe gefokt wordt. Of een hobbyboer die een aantal koeien en kippen houdt voor eigen melk en eierproductie. Het is echter de vraag in hoeverre er op een zeker moment nog sprake is van een hobby of eerder van een bedrijfsmatige activiteit. Is het juridisch gezien mogelijk dat er over het specifieke gebruik afspraken gemaakt worden tussen het gemeentebestuur en de gebruiker waardoor bepaald kan worden in hoeverre een activiteit hobbymatig is en in overeenstemming is met de woonbestemming van het perceel?

Voorbeeld
Onlangs kwamen bovenstaande vragen aan de orde in een zaak bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling).

Een eigenaar van een perceel is een fervent liefhebber van auto’s en heeft als hobby het repareren van auto’s in een garage bij zijn woning op het desbetreffende perceel. Af en toe verkoopt hij er ook eentje. Hij heeft met het gemeentebestuur afspraken gemaakt dat er permanent drie auto’s voor reparatie op het perceel aanwezig mogen zijn en dat daarnaast nog eens twaalf auto’s per jaar vanaf het perceel mochten worden verhandeld. Deze afspraken zouden ervoor moeten zorgen dat deze activiteit onder een hobbymatige activiteit zou blijven vallen en zodoende niet in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. Helaas kon de buurman zich niet verenigen met deze activiteiten en diende een handhavingsverzoek in bij de gemeente omdat hij van mening is dat deze activiteiten niet meer onder het hobbymatig gebruik maar onder bedrijfsmatig gebruik van het perceel moeten worden geschaard. De gemeente besloot om niet te handhaven.

Raad van State oordeelt
De Afdeling oordeelde dat de vraag, of het gebruik van een perceel in strijd is met de geldende woonbestemming, beantwoord moet worden aan de hand van de ruimtelijke uitstraling die dat gebruik gezien zijn aard, omvang en intensiteit heeft. Bepalend daarbij is volgens de Afdeling of deze uitstraling nog in overeenstemming is met de woonfunctie van het perceel, zoals bedoeld in het bestemmingsplan. Of de activiteiten een beroepsmatig of een hobbymatig karakter hebben, vindt de Afdeling daarbij niet zo belangrijk.

Om te kunnen beoordelen of een activiteit zoals in onderhavige zaak een autohandel en –reparatie in overeenstemming is met de woonbestemming van het perceel, is het van belang dat de woonfunctie op het perceel bij de uitoefening van de activiteiten in grote mate gehandhaafd blijft en dat er geen afbreuk of hinder aan het woonmilieu wordt toegebracht. Qua uiterlijk moet de woonfunctie de hoofdactiviteit op het perceel blijven waarbij de autohandel en –reparatie geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling en parkeersituatie ter plaatse.

Op de tweede vraag, of het gemeentebestuur afspraken kan maken over het specifieke gebruik waardoor getoetst kan worden of de activiteit in overeenstemming is met de geldende woonbestemming, oordeelde de Afdeling dat de in onderhavige zaak gemaakte afspraken niet uitsluiten dat er op dusdanige wijze reparatie en handel van auto’s kan plaatsvinden, dat niet meer in overeenstemming is met de woonbestemming van het perceel. Het gemeentebestuur kan dus niet voldoen aan het enkel toetsen of er voldaan is aan de gemaakte afspraken om te oordelen of de activiteit in strijd is met de geldende woonbestemming.

Conclusie
Er kunnen dus afspraken gemaakt worden tussen het gemeentebestuur en de gebruiker van een perceel over welke activiteiten er in het kader van hobbymatig gebruik op het perceel met woonbestemming mogen worden uitgevoerd. Gelet op de overwegingen van de Afdeling dienen deze afspraken zeer zorgvuldig te worden geformuleerd. Van belang is dat deze afspraken zo duidelijk zijn dat het voor alle partijen duidelijk is wanneer de gebruiker zich niet aan die afspraken houdt en hiermee in strijd handelt met het geldende bestemmingsplan.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Ruud Verkoijen, advocaat Overheid + Omgeving, via r.verkoijen@gca.nl of 0492-78 01 93.

 


Bij het samenstellen van dit artikel/deze nieuwsbrief is geen rekening gehouden met eventuele bijzondere van toepassing zijnde wetgeving en afspraken zoals opgenomen in de CAO en/of (arbeids)overeenkomst. Daarbij is rekening gehouden met de wetgeving die op het moment van het schrijven van de tekst geldend is. Het kan dus zijn dat, met de veranderende wetgeving, de inhoud later achterhaald is. Mocht je de informatie in de praktijk willen hanteren, neem dan van tevoren even contact op met een van de advocaten van Goorts + Coppens zodat zij je goed kunnen informeren.

Onze kernwaarden

Samen

Een perfecte samenwerking intern en met de klant bepaalt het succes.

Gedreven

Voor klanten en intern, we doen meer dan verwacht, altijd een super voorbereiding en elke klant is een geschenk.

Anders

Goorts + Coppens dat andere advocatenkantoor in aanpak, klantcontact én presentatie.

Zullen wij je op de hoogte houden?

Maud Saes

Maud Saes

Advocaat Arbeid

Stel gerust je vraag over Vergunningen

Heb je vragen of wil je graag een afspraak maken? Stuur ons een e-mailbericht.

Je gebruikt een verouderde webbrowser

Deze website maakt gebruik van moderne technieken die niet worden ondersteund door jouw webbrowser. Update mijn webbrowser

×