Zoals aangegeven, gaat het arbeidsrecht op bepaalde punten veranderen. Deze veranderingen komen voort uit het wetsvoorstel Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB), dat op 5 februari 2019 is aangenomen door de Tweede Kamer. Het beoogde tijdstip van inwerkingtreding van het wetsvoorstel is 1 januari 2020.
Voordat de wet in werking kan treden, dient deze nog goedgekeurd te worden door de Eerste Kamer. Momenteel ligt het bij de Eerste Kamer en stuit het op nogal wat weerstand. De behandeling van het voorstel wordt eind mei 2019 in de Eerste Kamer hervat.
In dit artikel zal worden ingezoomd op de veranderingen voor payrollmedewerkers/werkgevers.
Wat is payrolling?
Op dit moment is uitzenden en payroll in juridische zin nagenoeg gelijk in die zin dat een payrollovereenkomst onder de definitie van een uitzendovereenkomst kan vallen. Voor een uitzendovereenkomst gelden lichtere regels dan voor reguliere arbeidsovereenkomsten. Hierdoor kan een payrollwerkgever op dit moment gebruikmaken van een uitzendbeding en een ruime ketenregeling.
De WAB brengt hier verandering in. Er wordt een nieuwe bepaling betreffende de ‘payrollovereenkomst’ opgenomen in het Burgerlijk Wetboek.
De payrollovereenkomst is volgens de WAB “de uitzendovereenkomst, waarbij de overeenkomst van opdracht tussen de werkgever en de derde niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en waarbij de werkgever alleen met toestemming van de derde bevoegd is de werknemer aan een ander ter beschikking te stellen”.
Kenmerkend voor payrolling is volgens de nieuwe definitie in het BW dus dat (i) de payrollwerkgever geen ‘allocatiefunctie’ (het samenbrengen van vraag en aanbod) op arbeidsmarkt vervult en (ii) dat de arbeidskracht exclusief aan de opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld.
Veranderingen voor payrollmedewerkers en payrollwerkgevers
Met de invoering van de nieuwe payrollbepaling, zijn er verder regels opgenomen die specifiek gelden voor de payrollmedewerker. De payrollmedewerker krijgt dezelfde rechtspositie en arbeidsvoorwaarden als medewerkers die bij de inlener in dienst zijn. Voor de rechtspositie geldt dus dat de ‘normale’ wettelijke ketenregeling van toepassing is zoals bij de inlener, en niet de ketenregeling uit een van de uitzendcao’s.
Daarnaast moeten alle arbeidsvoorwaarden van de inlener worden toegepast. Daarbij heeft de payrollwerknemer recht op de eventueel bij inlener geldende 13e maand, vakantiedagen, scholingsafspraken, verlofregelingen etc. Ook krijgen payrollmedewerkers recht op een ‘adequaat’ pensioen. Zoals het er nu uitziet, is het pensioen alleen adequaat als de pensioenregeling van de inlener wordt toegepast of als een pensioenvoorziening wordt getroffen met een minimale werkgeverspremie van 13,6%. Nu de WAB nog niet volledig is aangenomen, kan dit nog veranderen.
Bij de behandeling van de WAB zijn er twijfels geuit over de uitvoerbaarheid van de wet. Een paar vragen die aan bod zijn gekomen zijn: 1) betekent het nieuw te introduceren onderscheid tussen payrollkrachten en uitzendkrachten dat alle uitzendondernemingen in Nederland per 1 januari 2020 moeten bepalen of zij uitzendkrachten of payrollkrachten in dienst hebben en 2) is de regering bereid de geplande ingangsdatum van de WAB per 2020 op een later tijdstip te stellen, dan wel onderdelen van de WAB, onder meer ter zake van payrolling, op een latere datum te laten ingaan?
De collega’s van Arbeidsrecht houden je op de hoogte van de voortgang van de WAB.
Wil je meer weten over payrolling?
Neem alvast contact op met de advocaten van team Arbeid:
Of bel naar 0493-352070
Meld je aan voor de nieuwsbrief!
Wil je op de hoogte blijven van de juridische ontwikkelingen? Meld je dan GRATIS aan voor dé juridische nieuwsbrief!