Inmiddels hebben we (bijna) een half jaar praktijkervaring met de wijzigingen op het gebied van kinderalimentatie per januari 2015. Het onderwerp blijft de gemoederen bezig houden.
Ter opfrissing van het geheugen; voor de vaststelling van kinderalimentatie is de behoefte bepalend. Behoefte is het bedrag dat kinderen nodig hebben op basis van het netto gezinsinkomen zoals dat er tijdens het huwelijk/de relatie was. Voor de vaststelling van de behoefte worden tabellen gebruikt die behoren tot de zogenaamde Tremanormen (een richtlijn voor het berekenen van alimentatie). Deze normen zijn opgesteld door de Expertgroep Alimentatienormen.
Sinds 2013 is het een en ander gewijzigd. Op het bedrag dat uit de tabel voortvloeit wordt vanaf dat moment het door de verzorgende ouder ontvangen kindgebonden budget in mindering gebracht. De behoefte (het deel waarin de ouders moeten voorzien) wordt dus lager.
Per 1 januari 2015 wordt dit kindgebonden budget voor alleenstaande ouders verhoogd met de ‘alleenstaande ouderkop’. Het totale bedrag aan kindgebonden budget kan daarmee oplopen tot honderden euro’s per maand. Deze stijging van ‘inkomsten’ van de verzorgende ouder is fictief omdat tegelijkertijd een aantal belastingvoordelen (alleenstaande ouderkortingen) zijn vervallen. De verzorgende ouder gaat er (in het algemeen) dan ook niet op vooruit.
Van belang is het besef dat in een aantal gevallen het kindgebonden budget inclusief de alleenstaande ouderkop gelijk of zelfs hoger is dan de behoefte. Dit betekent dat het aandeel van de ouders in de behoefte in die gevallen zeer laag of zelfs nihil wordt. Kortom: een bijdrage (lees: kinderalimentatie!) zou in die gevallen niet nodig zijn.
Eerder berichten wij al dat sommige rechtbanken terughoudend zijn in de toepassing van de hiervoor genoemde regeling omdat de resultaten (geen kinderalimentatie) onredelijk zouden zijn. Er zijn dan ook verschillende stromingen ontstaan: enerzijds de strikte toepassing van de normen (Rechtbank Oost-Brabant) en anderzijds een afwijking daarvan omdat strikte toepassing tot een onredelijk resultaat zou leiden (Rechtbank Den Haag).
De Expertgroep Alimentatienormen heeft naar aanleiding van deze verschillen in april 2015 laten weten dat het volledige kindgebonden budget (inclusief de alleenstaande ouderkop) daadwerkelijk in mindering moet worden gebracht op de behoefte. Een strikte toepassing dus. Dat neemt niet weg dat over deze strikte toepassing zowel bij rechtbanken als in de advocatuur verdeeldheid blijft bestaan.
Inmiddels is bekend dat de Hoge Raad (Nederlands hoogste rechter) is verzocht om haar visie te geven over de (al dan niet) strikte toepassing van de normen en in het bijzonder de vraag of ook de alleenstaande ouderkop op de behoefte in mindering moet worden gebracht. De visie van de Hoge Raad zal vermoedelijk doorslaggevend zijn voor toekomstige procedures. Wij zullen dan ook nauwlettend de ontwikkelingen in de gaten blijven houden.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Imke Gerrits, advocaat familie i.gerrits@gca.nl of 0493-331477.