Er zijn veel verschillende rechtsgebieden. Elk rechtsgebied kent zijn eigen regels en zijn eigen terminologie. Daarover hieronder wat verduidelijkende taal. Er zijn in feite drie hoofdcategorieën. Dat zijn Civiel, Straf- en Bestuursrecht. In dit artikel wordt alleen het civiele recht besproken.
Het civiele recht regelt de geschillen van natuurlijke personen (mensen van vlees en bloed, burgers dus) en rechtspersonen (besloten vennootschap, stichting, enz.). Tot dit recht behoren het consumentenrecht, het arbeidsrecht, het vennootschapsrecht, het faillissementsrecht, het personen- en familierecht. Bijna altijd is er sprake van twee partijen, die tegenover elkaar staande belangen hebben.
Procedureverloop
In het civiele recht wordt de ene partij ‘eiser’ genoemd en de andere, de tegenpartij ‘gedaagde’. In de minst ingewikkelde versie verloopt het schriftelijke proces als volgt: eiser brengt een Dagvaarding uit, waarin hij uitlegt wat gedaagde volgens hem fout heeft gedaan (hij heeft onrechtmatig gehandeld of hij heeft een overeenkomst niet nageleefd) en welke veroordeling van gedaagde hij nastreeft.
Gedaagde reageert daarop met een processtuk dat Conclusie van Antwoord wordt genoemd. Vervolgens bepaalt de rechter dat partijen naar hem toe moeten komen. Dat heet Comparitie van Partijen. Tijdens zo’n comparitie wordt naar schatting 50 % van de zaken geschikt , dat wil zeggen dat de partijen ‘op de gang’ of onder leiding van de rechter tot overeenstemming komen. Lukt het niet om te schikken, dan bepaalt de rechter de verdere voortgang. Hij kan besluiten vonnis te wijzen, maar hij kan partijen ook opdragen voort te procederen. In dat laatste geval produceert eiser een nieuw processtuk, een Conclusie van Repliek, waarna gedaagde de procedure besluit met een Conclusie van Dupliek. Uiteraard gaan hier maanden mee heen.
Daarna doet de rechter uitspraak, maar ook dat kan weer lang duren. De uitspraak van de rechter heet vonnis. De rechter is de Rechtbank ofwel Rechtbank sector Kanton (met name voor huur- en arbeidszaken en geldvorderingen tot € 25.000) ofwel Rechtbank sector Civiel (alle andere zaken).
In beroep
Als een partij het niet eens is met het vonnis, kan hij in beroep gaan (appelleren), meestal binnen drie maanden na het vonnis. In beroep ga je bij het Gerechtshof door een Appèldagvaarding in te dienen. De namen veranderen dan. De in beroep komende partij heet ‘appellant’ en zijn wederpartij heet ‘geïntimeerde’! De rechter heet raadsheer (ook als het een vrouw is).
Het Gerechtshof vraagt beide partijen of zij willen meewerken aan een Comparitie na Aanbrengen.
Dan proberen de partijen wederom maar nu onder leiding van de raadsheer tot een schikking te komen. Indien partijen dit afwijzen, formuleert de appellerende partij zijn bezwaren tegen het vonnis van de rechter in een zogenoemde Memorie van Grieven. Geïntimeerde reageert daarop met een Memorie van Antwoord. De uitspraak van het Gerechtshof heet (niet vonnis maar) arrest.
Indien u nog vragen/opmerkingen n.a.v. het bovenstaande hebt, kunt u contact opnemen met Luc Tacx, advocaat onderneming. Hij is bereikbaar via 0493 – 331486 ofwel l.tacx@gca.nl.