Op 22 mei 2018 heeft de rechtbank Oost-Brabant een mooie uitspraak gedaan over de stalderingseis die de provincie Noord-Brabant in de Verordening ruimte Noord-Brabant (VrNB) heeft opgenomen. De stalderingseis houdt in dat, als een veehouderij een dierenverblijf wil bouwen of uitbreiden in een bepaald gebied, er een bewijs moet worden overgelegd waaruit blijkt dat het gebruik van een andere veehouderij op een andere plek binnen hetzelfde gebied juridisch en feitelijk is beëindigd.
Omgevingsvergunning al in 2014 aangevraagd!
Onze cliënt had al in december 2014 een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend en uiteindelijk is er op 3 oktober 2017 een weigeringsbesluit genomen omdat er geen stalderingsbewijs kon worden overgelegd. Dat bewijs kon ook niet worden overgelegd omdat de provincie haar stalderingsloket niet operationeel had.
De rechtbank vindt, in de procedure die wij namens onze cliënt tegen de gemeente Reusel-De Mierden waren gestart, dat de stalderingseis in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel als:
- de aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend vóór de inwerkingtreding van de VrNB (13 juli 2017) én
- de aanvraag voldoet aan de artikelen 4.10, 6.3 en 7.3 van de VrNB én
- het gaat om een veehouderij met een bouwperceel (na uitbreiding) van maximaal 1,5 hectare.
Een belangrijke reden waarom de rechtbank tot deze conclusie komt, is dat de provincie onvoldoende heeft onderzocht wat de gevolgen zijn van de regeling voor de sector. Deze conclusie vloeit voort uit het feit dat de provincie zelf, bij het opstellen van de stalderingsregeling, heeft aangegeven dat er een stalderingsloket moet komen die de regie houdt over de uitgifte van de vierkante meters en de prijs die voor die vierkante meters betaald moet worden
Stalderingsregeling heeft niet het gewenste effect
Zo is er op 2 november 2017 een Beleidsregel staldering Noord-Brabant (Beleidsregel) opgesteld waarin door de provincie zelf wordt gepleit voor het instellen van een loket met een monopolie om de dynamiek van een vrije markt en het daaraan gekoppelde risico op oplopende en steeds hogere kosten voor de uitbreidende veehouders te voorkomen.
Dat principe, van het zelf in de hand houden van de uitgifte van vierkante meters, heeft de provincie echter losgelaten omdat het instellen van een actief stalderingsloket in strijd zou kunnen zijn met Europese regelgeving inzake vrije marktwerking en staatssteun.
Dus, van de ene kant stelt de provincie dat er een stalderingsloket moet komen die de regie over de staldering houdt, juist om te voorkomen dat de kosten de pan uit rijzen, en van de andere kant wordt dat principe losgelaten en wordt niet onderzocht welke gevolgen dat dan heeft voor de prijs per vierkante meter.
Daarbij komt dat er ten tijde van de zitting slechts vier verzoeken om een stalderingsbewijs waren gedaan waarvan er één was verleend, één nog in behandeling was en vier waren geweigerd. Op heel Noord-Brabant is dat een mager resultaat waaruit ook kan worden afgeleid dat de regeling niet het gewenste effect heeft. Dat heeft onder andere geleid tot deze uitspraak.
Traag handelen van een gemeente mag niet ten nadele zijn van de ondernemer
Ook het ontbreken van overgangsrecht wordt de provincie verweten. Ondernemers die al geruime tijd geleden een aanvraag hebben ingediend, worden nu geconfronteerd met aanvullende eisen terwijl dit te wijten valt aan het trage handelen van de gemeente. Zo ook in dit geval.
De rechtbank heeft de gemeente opgedragen om voor 22 augustus 2018 een nieuw besluit te nemen, op straffe van een dwangsom van € 200,00 per dag. Tegen deze uitspraak kan de gemeente nog hoger beroep instellen maar dat ontslaat ze niet van de verplichting om uitvoering te geven aan de uitspraak van de rechtbank.
Een mooie uitspraak van de rechtbank voor een ondernemer die al op 23 december 2014 een aanvraag om omgevingsvergunning had ingediend en die door het trage handelen van de overheid benadeeld zou worden. Gelukkig heeft de rechtbank dat ook ingezien.
Heb je vragen?
Neem contact op met Ruud Verkoijen, advocaat bij de vakgroep Milieu & Omgeving, tel. 06-21837443 of r.verkoijen@gca.nl