Artikel 7:668a Burgerlijk Wetboek staat bekend als de ketenregeling. In dit artikel wordt geregeld wanneer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd verandert in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Kort gezegd gebeurt dit wanneer meer dan drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar opvolgen met tussenpozen van niet meer dan drie maanden en/of wanneer de totale duur van de arbeidsovereenkomsten meer dan 36 maanden bedraagt.
Nieuwe manier van omzeiling
Al eerder bespraken we in deze nieuwsbrief dat deze ketenregeling bij seizoensarbeid wordt omzeild door jaarlijks een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd af te sluiten met steeds een onderbreking van langer dan drie maanden. Er lijkt nu een nieuwe manier te zijn om de ketenregeling te omzeilen, namelijk door direct bij het aangaan van de vierde arbeidsovereenkomst (dus voor onbepaalde tijd) een vaststellingsovereenkomst te sluiten. Het hof Den Bosch heeft recentelijk een oordeel mogen vellen over een dergelijke constructie.
Vaststellingsovereenkomst in plaats van een beëindigingsovereenkomst
Allereerst was de vraag aan de orde of de beëindigingsovereenkomst niet strijd is met dwingend recht (artikel 7:668a Burgerlijk Wetboek). Het hof gaf aan dat de beëindigingsovereenkomst in deze zaak moet worden gezien als een vaststellingsovereenkomst als in artikel 7: 900 Burgerlijk Wetboek. De overeenkomst was namelijk gesloten ter voorkoming van een (toekomstige) onzekerheid of geschil omtrent hetgeen tussen partijen geldt, nu partijen zekerheid wensten omtrent het einde van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en elk conflict daarover wilden uitsluiten. De wet bepaalt dat een vaststelling ter beëindiging van onzekerheid of geschil op vermogensrechtelijk gebied ook geldig is als zij in strijd mocht blijken met dwingend recht, tenzij zij ook naar inhoud of strekking in strijd komt met de openbare orde of de goede zeden. Voor zover er al sprake zou zijn van strijd met dwingend recht, dan is de overeenkomst dus toch geldig.
Ten tweede kwam de vraag op of er sprake was van strijd met de openbare orde of de goede zeden. Volgens het hof was dat niet het geval. Dat bewust is afgeweken van een dwingende wetsbepaling, is onvoldoende om te concluderen dat er strijd is met de openbare orde of de goede zeden. Dit had door de werknemer nader gemotiveerd moeten worden.
Beslissing van het gerechtshof
Tot slot heeft het hof zich uitgelaten over het argument dat sprake was van misbruik van omstandigheden. De werknemer gaf aan dat hij de vaststellingsovereenkomst onder protest heeft getekend, dat hij zich gedwongen voelde de vaststellingsovereenkomst te tekenen en dat zijn wil niet gericht was op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, maar op het behoud van werk en inkomen. Aan de inhoudelijke beoordeling van dit verweer komt het hof helaas niet toe vanwege een formele fout in de procedure door de werknemer. De vaststellingsovereenkomst blijft daarom in stand en maakt een einde aan de arbeidsovereenkomst.
Kritiek door juristen
Deze uitspraak van het hof Den Bosch is met kritiek ontvangen door juristen. Er wordt nog steeds betoogd dat een dergelijke constructie in strijd is met het recht. Het gebruik van deze constructie is dan ook (nog) niet risicoloos voor werkgevers. Overweegt u de constructie toe te passen, kijk dan goed naar de omstandigheden van het geval en bekijk of er misschien andere opties zijn om aan de ketenregeling te ontkomen, zoals het tijdelijk (minimaal voor 3 maanden) beëindigen van het dienstverband.
Indien u vragen heeft, kunt u contact opnemen met Edwin van Gerven, advocaat Arbeid via telefoonnummer 0492-780194 of via e.van.gerven@gca.nl.