Het komt regelmatig voor dat een bestuursorgaan voorschriften opneemt in een vergunning waar de aanvrager zich aan moet houden. De inhoud van het voorschrift moet duidelijk zijn en de grondslag van de aanvraag mag door het voorschrift niet worden verlaten. In de praktijk gaat het echter nogal eens mis. Zo ook in een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 23 september 2015.
Het college van burgemeester en wethouders had een omgevingsvergunning verleend aan Prorail voor een geluidsscherm langs het spoor. Partijen hadden afgesproken dat het geluidsscherm gedeeltelijk transparant is, zodat men er nog doorheen kan kijken. Aan de vergunning was het voorschrift verbonden dat elke drie maanden gecontroleerd moet worden of de transparante delen van het geluidsscherm nog vrij zijn van graffiti en/of beplakkingen. Zo nee, dan moet Prorail zorg dragen voor reiniging.
Op het eerste oog is dit een merkwaardig voorschrift. De vraag kan opkomen of een dergelijk voorschrift wel noodzakelijk is in verband met de belangen die bij de vergunningsaanvraag moeten worden afgewogen. Toch staat de Afdeling een dergelijk voorschrift in principe toe. De Afdeling oordeelt dat de vervuiling van de doorzichtige delen visuele hinder kan veroorzaken en hierover mag een voorschrift aan de vergunning worden verbonden.
Het college was echter op twee punten wel de mist in gegaan. Ten eerste beschreef het voorschrift niet wanneer het transparante karakter zodanig is aangetast dat reiniging noodzakelijk is. Het was niet duidelijk welke verplichtingen voor Prorail uit het voorschrift voortvloeien. Moet je bijvoorbeeld al reinigen bij een enkele beplakking of pas later? Ook is niet gemotiveerd waarom het scherm driemaandelijks gecontroleerd moet worden en zijn de kosten aanzienlijk hoger dan wanneer het huidige beleid van Prorail wordt gevolgd. Het besluit mist een deugdelijke motivering en het voorschrift had niet op deze manier aan de vergunning mogen worden verbonden. Het college kreeg de mogelijkheid om de gebreken te herstellen, zodat tóch een deugdelijk voorschrift in de vergunning wordt opgenomen.
Met deze uitspraak heeft de Afdeling de opname van voorschriften in vergunningen verruimd. Ook schoonmaakvoorschriften kunnen onder omstandigheden opgenomen worden in vergunningen, mits voldoende duidelijk omschreven en een voldoende gemotiveerd.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Irene van Geel, advocaat Overheid + Omgeving via i.van.geel@gca.nl of 0492-780193.