Het relativiteitsvereiste in het bestuursrecht brengt met zich mee dat een partij in een bestuursrechtelijke procedure alleen op kan komen voor de belangen die de wetgever heeft bedoeld te beschermen en die je daadwerkelijk raken. In het kader van de Natuurbeschermingswet worden veel procedures gevoerd waarbij natuurlijke personen opkomen voor een natuurbelang terwijl men op grote afstand van het Natura 2000-gebied of beschermd natuurmonument woont. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State doet die beroepsprocedures vaak zonder zitting af en verklaart het beroep ongegrond. Die uitspraken worden niet gepubliceerd. In een uitspraak van 25 maart 2014 (ABRvS 201307685/3/R2) oordeelt de Afdeling dat er bij een afstand van 2500 meter geen verwevenheid bestaat tussen de individuele belangen en het algemeen belang. In een eerdere uitspraak van 10 september 2013 (ABRvS 201302412/2/R2) was al bepaald dat een afstand van 5500 meter te groot was om als omwonende op te komen voor de belangen van het natuurgebied.
Voor meer informatie over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met Ruud Verkoijen, advocaat Overheid en Omgeving via telefoonnummer 0492-544435 of via r.verkoijen@gca.nl