Planschade is schade die iemand lijdt wanneer een planologisch regime, bijvoorbeeld een bestemmingsplan, in ongunstige zin wijzigt. Vastgestelde en inwerking getreden bestemmingsplannen kunnen naast de ‘vaste’ planregels ook nog open eindjes bevatten. Een planregeling is soms globaal en dient nog nader uitgewerkt te worden. Het plan bevat in zo’n geval een uitwerkingsverplichting. Van deze aanpak wordt gebruik gemaakt indien voor (delen van) het plangebied nog niet duidelijk is hoe de ruimtelijke ontwikkeling er precies uit gaat zien.
Verplichting uitwerkingsplan
Een uitwerkingsplan kan een oorzaak voor planschade zijn. De vraag is echter of sprake kan zijn van planschade vóórdat een uitwerkingsplan is vastgesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een uitspraak van 17 april 2013 geoordeeld dat de uitwerkingsverplichting wél meegenomen moet worden in de beoordeling van de planschade. In deze uitspraak overwoog de Afdeling dat de uitwerkingsverplichting als zodanig weliswaar geen schadeoorzaak is, maar het vaststellen van een uitwerkingsplan geen onzekere toekomstige gebeurtenis is. De uitwerkingsverplichting wordt immers opgenomen omdat op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan nog niet duidelijk is hoe de ruimtelijke ontwikkeling eruit komt te zien. Vroeg of laat zal de bestemming worden uitgewerkt. Hieraan verbindt de Afdeling de conclusie dat de mogelijkheden van de uit te werken bestemming niet buiten beschouwing mogen worden gelaten.
De Afdeling geeft ook aan hoe dit moet worden ingevuld: er dient rekening te worden gehouden met wat ten tijde van de inwerkingtreding van het plan naar redelijke verwachting de invulling van de uit te werken bestemming van de gronden zou zijn. Dan zijn de uitwerkingsregels van belang, maar ook de plantoelichting, de ruimtelijke kenmerken van de omgeving en het geldend planologisch beleid.
Sprake van voorzienbaarheid
Als dit allemaal in beeld is gebracht dient ook nog te worden onderzocht of er sprake zou kunnen zijn van voorzienbaarheid aan de kant van de planschadeverzoeker. De planologische ontwikkeling is namelijk voorzienbaar, indien de eigenaar ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak, rekening had kunnen en moeten houden met de planologische verslechtering. Als ten tijde van de aankoop van de woning de uitwerkingsverplichting al bestond, dan is het nadeel voorzienbaar en dient deze voor eigen rekening te blijven.
Conclusie
De uitspraak van de Raad van State maakt nog maar eens duidelijk dat iemand die om vergoeding van planschade verzoekt, zich een helder beeld moet vormen van alle planologische regelingen. Niet alleen de specifieke bestemming speelt een rol, maar ook uit te werken bestemmingen. En dan is ook nog relevant wanneer het bestemmingsplan in werking is getreden. Het planschaderecht is complex, te meer omdat de insteek van de overheid is om de mogelijkheden om planschade te claimen terug te brengen.
Heeft u vragen over planschade of wordt u geconfronteerd met een planologische wijziging die zorgt voor een waardevermindering van uw woning, neem dan contact op met Ruud Verkoijen via 0492-544435.