Door de herziening van een Europese richtlijn genaamd ‘EPBD III’ komt er een verplichting voor het aanleggen van laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in de (private) gebouwde omgeving of als er ingrijpend wordt gerenoveerd. De richtlijn wil hiermee elektrisch vervoer stimuleren.
De Europese verplichting wordt vastgelegd in het Bouwbesluit en bij de ontwikkeling van bouwplannen moet hier vanaf 10 maart 2020(!) al rekening mee worden gehouden. De artikelen die aan het Bouwbesluit worden toegevoegd, zullen ook meegenomen worden in de nieuwe Omgevingswet.
Wat gaat er veranderen?
- Verplichting bij woningbouw > 10 parkeervakken per 10 maart 2020
Bij woongebouwen met meer dan 10 parkeervakken op hetzelfde terrein moet voor elk parkeervak leidinginfrastructuur (loze leidingen) worden aangelegd voor de aanleg van laadpunten. Dit geldt voor nieuwe woongebouwen en voor bestaande woongebouwen die ingrijpend worden gerenoveerd.
- Verplichting bij utiliteitsbouw > 10 parkeervakken per 10 maart 2020
Bij utiliteitsgebouwen met meer dan 10 parkeervakken op hetzelfde terrein moet minimaal 1 oplaadpunt voor de hele parkeergelegenheid worden aangelegd. Ook moet er leidinginfrastructuur (loze leidingen) worden aangelegd voor 1 op de 5 parkeervakken. Dit geldt voor nieuwe utiliteitsgebouwen en voor bestaande utiliteitsgebouwen die ingrijpend worden gerenoveerd.
- Verplichting bij utiliteitsbouw > 20 parkeervakken per 2025
Bij bestaande utiliteitsgebouwen met meer dan 20 parkeervakken op hetzelfde terrein moet vanaf 2025 minimaal 1 oplaadpunt zijn aangelegd. De gebouweigenaar kan, op basis van de situatie ter plaatse, zelf bepalen hoeveel oplaadpunten hij in totaal realiseert.
- Ingrijpende renovaties
Zoals aangegeven gelden de verplichtingen onder meer voor gebouwen die ingrijpend worden gerenoveerd. Hiervan is sprake als meer dan 25% van de oppervlakte van de gebouwschil wordt vernieuwd, veranderd of vergroot. Bovendien moet deze vernieuwing, verandering of vergroting de integrale gebouwschil betreffen. Deze definitie van ingrijpende renovatie sluit aan op de definitie die al eerder op grond van de EPBD in het Bouwbesluit is opgenomen.De verplichting geldt alleen als de renovatie (mede) betrekking heeft op de parkeergelegenheid of op de elektrische infrastructuur van de parkeergelegenheid of het gebouw. Er is sprake van een gebouw met een parkeergelegenheid wanneer de parkeergelegenheid zich op hetzelfde bouwwerkperceel bevindt.
- Uitzonderingen
In het Bouwbesluit is er een uitzondering voor de verplichtingen opgenomen. De verplichting voor de aanleg van laadpunten en infrastructuur geldt niet als er sprake is van een ingrijpende renovatie en de kosten van de laadinfrastructuur meer dan 7% van de renovatiekosten betreffen. Kosten laadinfrastructuur
Onder de kosten voor de laadinfrastructuur vallen de kosten die direct verbonden zijn met de aanleg van de leidingen en de laadpunten. Hieronder vallen de kosten voor het ontwerp, de materialen, maar ook de installatie van de laadinfrastructuur. Het gaat niet om kosten die ook zouden zijn gemaakt zonder de aanleg van laadinfrastructuur.Kosten renovatie
Onder de renovatiekosten verstaan we alle kosten voor de renovatie van het gebouw én de parkeergelegenheid. Bij een uitvoering in fasen worden de kosten van de laadinfrastructuur hiertegen afgezet.
Vragen over dit onderwerp of andere vragen die te maken met ontwikkelingen van bouwplannen, neem gerust contact op met Irene van Geel i.van.geel@gca.nl of via 06-30067928.