Een werknemer is per 1 januari 2001 in dienst getreden bij een werkgever in de functie van Area Director. In de arbeidsovereenkomst van de werknemer is een concurrentiebeding opgenomen. Op 22 februari 2011 kondigt de werknemer – tijdens een vergadering van medewerkers – aan ontslag te nemen om in dienst te treden bij een concurrent van de werkgever. De werkgever vraagt de werknemer zijn opzegging schriftelijk te bevestigen, wat de werknemer diezelfde dag doet.
Intrekking opzegging
Twee dagen later deelt de werkgever de werknemer mee, dat de arbeidsovereenkomst per 1 april 2011 zal eindigen en dat de werknemer aan zijn verplichtingen uit het concurrentiebeding zal worden gehouden. De dag daarop trekt de werknemer zijn opzegging in. De werkgever deelt de werknemer mee dat hij de intrekking van de opzegging niet accepteert en zet de betaling van het salaris per 1 april 2011 stop. De werknemer eist daarop loondoorbetaling en wedertewerkstelling in kort geding.
Positief oordeel voor werknemer
De kantonrechter te Amsterdam oordeelt op 10 juni 2011 dat het voldoende aannemelijk is, dat de werkgever wist dat de werknemer bij opzegging in de veronderstelling verkeerde dat de werkgever hem niet zou belemmeren om bij de concurrent in dienst te treden. Hierbij was van belang, dat het voor de werkgever duidelijk was dat de werknemer niet zou hebben opgezegd als hem duidelijk zou zijn geweest dat het voor hem (praktisch) onmogelijk was om bij de concurrent in dienst te treden. Toen de werkgever de opzegging accepteerde, waarbij de werkgever mededeelde dat hij de werknemer gebonden achtte aan het concurrentiebeding, wist hij dus dat de werknemer zich had vergist ten aanzien van een essentiële omstandigheid. Daarnaast is voldoende aannemelijk dat de werknemer – gelet op de aard van zijn functie – groot belang heeft bij het kunnen bijhouden van zijn kennis en contacten door het daadwerkelijk uitoefenen van zijn werkzaamheden. De kantonrechter wijst de vordering tot loondoorbetaling en wedertewerkstelling dan ook toe.
Voor meer informatie over dit onderwerp kun je terecht bij Edwin van Gerven, advocaat vakgroep Arbeid op 0492-780194 of via e.van.gerven@gca.nl.