Wie voor een korte periode dringend verlegen zit om geld en bijvoorbeeld daarvoor niet terecht kan bij een bank, bestaat ook de mogelijkheid om (soms waardevolle) roerende zaken bij een pandhuis te brengen. Dit om deze zaken tijdelijk in ruil voor contant geld te belenen. Voor deze vorm van tijdelijke kredietverlening, ook wel pandbelening genoemd, gaan met ingang van 1 juli 2014 strengere regels gelden. Per 1 juli 2014 wordt namelijk de nieuwe Pandhuiswet ingevoerd.
De nieuwe regels gelden alleen voor consumenten die zowel bij pandhuizen als bijvoorbeeld bij juweliers (denk bijvoorbeeld aan dure sieraden) zaken in onderpand geven om daarmee contant geld te lenen. Onder een dergelijke overeenkomst van pandbelening valt elke overeenkomst die aan de in de wet beschreven vereisten voldoet. Deze vereisten zijn in hoofdzaak:
- het ter beschikking stellen van een geldsom door het pandhuis aan een consument;
- tegen afgifte van een roerende zaak aan het pandhuis door de consument;
- met de afspraak dat binnen de leentermijn het teruggegeven zal worden indien het geleende geld plus de rentevergoeding volledig aan het pandhuis zal zijn terugbetaald.
Ter bescherming van veelal kwetsbare consumenten die op deze wijze (al dan niet tijdelijk) contant geld lenen, zullen strengere regels gaan gelden ten aanzien van bijvoorbeeld de maximale rente op de leenvergoeding en de leentermijn. Vanaf 1 juli 2014 zal de maximale rente van 9% per maand gaan gelden terwijl vanaf 1 juli 2015 dit maximaal 4,5% per maand zal worden. Er mogen geen hogere vergoedingen of kosten door het pandhuis worden doorbelast dan alleen de maximaal toelaatbare rente. Rente op rente is daarbij niet van toepassing omdat de rentevergoeding alleen over de oorspronkelijke leenvergoeding mag worden berekend. Daarnaast dient de leentermijn ten minste 2 maanden te zijn. Het is de bedoeling dat de afspraken van pandbelening ook schriftelijk of digitaal in de vorm van een overeenkomst worden vastgelegd en dat vooraf de consument adequaat wordt voorgelicht over met name de hoogte van de rentevergoeding en de leentermijn.
De bepalingen van de nieuwe Pandhuiswet zijn dwingend voorgeschreven. Er kan dus door het pandhuis ook niet van afgeweken worden. De instantie die op de naleving van de nieuwe Pandhuiswet zal toezien, is de Autoriteit Consument & Markt (ACM). De ACM heeft aangekondigd vanaf 1 juli 2014 controles te gaan houden waaronder ook onaangekondigde controles. Bij vaststelling van een overtreding is de ACM bevoegd om onder meer bestuurlijke boetes op te leggen met een maximale hoogte van € 450.000,– per overtreding.