In de zomer van 2013 kwam het Hof Den Bosch met een opvallende uitspraak inzake (het omzeilen van) de ketenregeling. Deze regeling bepaalt wanneer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd verandert in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Kort gezegd gebeurt dit wanneer meer dan drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar opvolgen met tussenpozen van niet meer dan drie maanden (per 1 juli 2015: 6 maanden) en/of wanneer de totale duur van de arbeidsovereenkomsten meer dan 36 maanden (per 1 juli 2015: 24 maanden) bedraagt.
Het Hof kwam in zijn uitspraak tot het oordeel dat het sluiten van een vaststellingsovereenkomst direct bij het aangaan van de vierde arbeidsovereenkomst (dus voor onbepaalde tijd) niet in strijd is met dwingend recht. Dit zou betekenen dat op een eenvoudige manier de ketenregeling omzeild kan worden. De uitspraak werd dan ook met veel kritiek ontvangen. Ook de werknemer kon zich niet vinden in het oordeel van het Hof en heeft de kwestie voorgelegd aan de Hoge Raad.
Afgelopen week heeft de Hoge Raad arrest gewezen. Hij maakt korte metten met de omzeilingsconstructie en het oordeel van het Hof. De Hoge Raad bepaalt dat het wel degelijk in strijd is met dwingend recht om direct bij het aangaan van de vierde arbeidsovereenkomst een vaststellingsovereenkomst te sluiten. Hij geeft voorts aan dat een vaststellingsovereenkomst eventueel rechtsgeldig kan worden gesloten in strijd met dwingend recht, mits de overeenkomst strekt ter beëindiging van een reeds bestaand geschil. Dat was in deze zaak niet het geval, de vaststellingsovereenkomst was immers bedoeld om een geschil te voorkomen.
Voor de werkgever was dit oordeel extra zuur. Die stelde zich namelijk op het standpunt dat de constructie enkel door partijen bedacht was om de 61-jarige werknemer tegemoet te komen toen bleek dat deze geen gebruik kon maken van de vroegpensioenregeling.
Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen via 0493-352070