Een werknemer heeft in beginsel recht op loondoorbetaling tijdens ziekte. Een uitzondering hierop is dat een werkgever geen loon hoeft door te betalen bij schending van de re-integratieverplichtingen door de werknemer of bij het niet verrichten van passende arbeid, terwijl de werknemer daartoe wel in staat wordt geacht. De loonstop dient als prikkel tot nakoming van de verplichtingen van werknemer tijdens ziekte.
Loonstop: weigering passende arbeid en weigering medewerking re-integratie
Een werknemer heeft geen recht op loon als hij zonder deugdelijke grond weigert passende arbeid te verrichten. Daarbij kan het gaan om arbeid binnen het bedrijf van de werkgever of om arbeid bij een andere werkgever. Het moet gaan om passende arbeid waartoe de werknemer ondanks zijn ziekte in staat is.
Ook heeft een werknemer geen recht op loon voor de tijd gedurende welke hij geen gevolg geeft aan door de werkgever of diens arbodienst gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen. Een werknemer is dus verplicht mee te werken aan redelijke voorschriften of maatregelen in het kader van zijn re-integratie.
Waarschuwingsplicht
Een werkgever kan alleen rechtsgeldig het loon stopzetten tijdens ziekte als hij de werknemer hiervan schriftelijk op de hoogte stelt binnen een redelijke termijn nadat bij hem het vermoeden is gerezen dat hiervoor redenen aanwezig zijn.
Prejudiciële vraag
De kantonrechter Utrecht stelde onlangs de volgende prejudiciële vraag aan de Hoge Raad over de uitleg van het recht tot stopzetting van het loon tijdens ziekte: mag de werkgever het gehele loon (100%) inhouden of mag hij slechts het loon stopzetten voor de uren waarin de werknemer niet re-integreert? De kantonrechter wil hierover meer duidelijkheid krijgen, omdat de vraag in de rechtspraak tot op heden verschillend beantwoord is.
Rechtspraak: algehele loonstop of gedeeltelijke loonstop
Rechters beoordelen enerzijds dat de weigering om passende arbeid te verrichten tijdens ziekte of de weigering om mee te werken aan de re-integratie een volledige loonstop rechtvaardigt. De prikkel van de loonstop zou geen of te weinig effect hebben als deze enkel geldt over de uren die de werknemer zou moeten hervatten ofwel re-integreren. Anderzijds beoordelen rechters, dat de loonstop alleen opgelegd kan worden voor de uren dat de werknemer niet re-integreert of geen passende arbeid verricht, maar daartoe wel in staat wordt geacht. Indien een werknemer bijvoorbeeld voor 60% van zijn uren nog volledig arbeidsongeschikt is en voor 40% van zijn uren passende arbeid kan verrichten, dan geldt in de visie van deze rechters dat de loonstop enkel opgelegd kan worden voor 40% van de overeengekomen arbeidsduur.
Conclusie
De meningen in de rechtspraak zijn dus verdeeld! Ten behoeve van de rechtszekerheid heeft de kantonrechter Utrecht onlangs dan ook duidelijkheid hierover gevraagd aan de Hoge Raad. Wij zijn benieuwd en houden u op de hoogte.
Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen via 0493-352070.