Als een werkgever en een werknemer het eens zijn over een beëindiging van de arbeidsovereenkomst moet de overeenstemming in een schriftelijke overeenkomst, zijnde de vaststellingsovereenkomst, worden vastgelegd. De werknemer kan deze overeenkomst binnen twee weken (bedenktermijn) ontbinden via een schriftelijke aan de werkgever gerichte verklaring.
Eerder oordeelde de kantonrechter Rotterdam dat de bedenktermijn van twee weken gaat lopen op het moment dat partijen de vaststellingsovereenkomst hadden ondertekend.
Op 1 juni 2016 oordeelde de kantonrechter Leiden echter dat de bedenktermijn al eerder gaat lopen; namelijk op het moment dat partijen overeenstemming hadden bereikt. Dit is dus niet het moment van ondertekening van de vaststellingsovereenkomst maar als er in een e-mail overeenstemming is over de inhoud van de vaststellingsovereenkomst. De daadwerkelijke ondertekening volgt immers vaak enkele dagen later.
De kantonrechter overwoog dat het schriftelijkheidsvereiste in het kader van de bedenktermijn niet zo ver gaat dat de bedenktermijn pas start als beide partijen de vaststellingsovereenkomst hebben ondertekend. Het gaat erom dat er over de essentialia van de beëindiging van het dienstverband overeenstemming is bereikt, bijvoorbeeld bij e-mail of WhatsApp.
Er zijn nu een tweetal uitspraken gedaan over de vraag wanneer het bedenktermijn ingaat. Beide uitspraken staan haaks op elkaar. In de jurisprudentie zal hier in de komende periode meer duidelijkheid over ontstaan.
Voor meer informatie kun je contact opnemen met Maud Saes, advocaat arbeid, via m.saes@gca.nl of 0493-352070.