Wat verandert er voor projectontwikkelaars en aannemers?
Er is de laatste weken veel geschreven over stikstof en de gevolgen hiervoor voor natuur en milieu. Vaak wordt stikstof geassocieerd met de agrarische sector. Recente ontwikkelingen hebben echter ook grote gevolgen voor bijvoorbeeld de aanleg van wegen en ontwikkeling van woningbouw.
PAS-regeling
Wat is nu eigenlijk de discussie? De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State besloot eind mei dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet gebruikt mag worden als basis voor toestemming voor activiteiten. Met het PAS was gepoogd om de natuur te beschermen tegen stikstofuitstoot. Om toch te kunnen bouwen in en rond kwetsbare natuurgebieden, is het PAS opgesteld en deelde de overheid vergunningen uit op basis van ‘toekomstige besparingen’ op stikstof. De hoogste bestuursrechter haalde hier echt een streep door, omdat de PAS-regeling in strijd is met Europese regelgeving. Gevolg hiervan is dat in bijna iedere gemeente één of meerdere projecten stil zijn komen te liggen. Denk hierbij aan de bouw van woningen, industrie, wegenbouw, land- en glastuinbouw en de aanleg van duurzame energie.
Gisteren zijn drie bestemmingsplannen van de gemeente Boxtel, Roermond en Wageningen nagenoeg volledig vernietigd aangezien in deze bestemmingsplannen gebruik was gemaakt van het Programma Aanpak Stikstof. De uitspraak van 29 mei 2019 heeft dus verstrekkende gevolgen.
Gevolgen voor projectontwikkelaars en aannemers
Voor iedere ruimtelijke ontwikkeling moet worden beoordeeld of een natuurvergunning is vereist. Het bevoegd gezag hiervoor is de Gedeputeerde Staten (en in een aantal gevallen het ministerie van LNV). Voor bestemmingsplannen geldt weliswaar geen natuurvergunningsplicht, maar ook deze plannen moeten aan de eisen van de Wet natuurbescherming voldoen. Ook bij de voorbereiding van een bestemmingsplan moet daarom worden beoordeeld of de ontwikkelingen als gevolg van het plan zorgen voor significant negatieve effecten op een Natura 2000-gebied. Ook dan moet er een passende beoordeling (met als gevolg daarvan een milieueffectrapportage) worden gemaakt.
Toename van de stikstofdepositie
Woningbouwplannen bijvoorbeeld kunnen leiden tot een toename van de stikstofdepositie in een Natura 2000-gebied. Deze toename kan het gevolg zijn van bouwwerkzaamheden in de aanlegfase. Denk daarbij aan de aanvoer van bouwmaterialen naar de bouwplaats, of grondverzet dat ter plaatse wordt gerealiseerd. Ook het gebruik van woningen kan leiden tot een toename. Deze toename kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van het gebruik van gas en het autoverkeer van bewoners en bezoekers van de woningen. Kleinschalige woningbouwinitiatieven kunnen ook leiden tot een toename van de stikstofdepositie en moeten dus hierop worden beoordeeld. Echter, voor kleinschalige woningbouwinitiatieven waarvan op voorhand goed onderbouwd kan worden dat deze geen enkele negatieve gevolgen kunnen hebben voor een Natura 2000-gebied, kan een passende beoordeling van de stikstofdepositie achterwege blijven.
Adviescollege voor oplossing
De regering staat voor een moeilijke opgave en wil zo snel mogelijk met een passende oplossing komen. Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een adviescollege ingesteld dat zich moet buigen over een oplossing.
Kan er tot die tijd dan helemaal niets worden ontwikkeld als gevolg van de uitspraken? Dat is niet het geval. Het is voor nieuwe projecten wel raadzaam om bij de planontwikkeling na te denken over projectmaatregelen waarmee de stikstofdepositie wordt verminderd. Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dat de bouw van woningen mogelijk maakt, moet vervolgens een ‘voortoets’ uitgevoerd worden.
Wil je meer informatie?
Meer weten over dit onderwerp en ben je benieuwd of een passende beoordeling van de stikstofdepositie achterwege kan blijven of weten wat de ‘voortoets’ inhoudt? Neem gerust contact op!