Dit is het derde deel in reeks van meerdere artikelen over het internationaal privaatrecht. Deel 1 en deel 2 kun je hier teruglezen. In dit artikel staat het conflictenrecht centraal. Bij het conflictenrecht, ook wel het verwijzingsrecht genoemd, staat centraal welke regels van toepassing zijn bij een grensoverschrijdend geschil. Hoe zit het als je een koopovereenkomst sluit met een Spaans bedrijf? Of als je als Nederlandse vrouw met een Spaanse man trouwt? Is het Nederlands recht van toepassing of het Spaans recht?
IPR-wetgeving
Om een antwoord te krijgen op deze vraag, kun je kijken naar rechtsbronnen die gaan over het conflictenrecht. Zo gelden er Europese-, internationale- en nationale bronnen. Denk bijvoorbeeld aan de verordeningen Rome I en II, verschillende Haagse verdragen en het Burgerlijke Wetboek. Maar hoe wordt deze wetgeving toegepast op een internationaal privaatrechtelijk geschil?
De hoofdregel in het conflictenrecht
De hoofdregel is dat er wordt gezocht naar het ‘nauwst verbonden’ rechtsstelsel. Het uitgangspunt is dat er naar een factor moet worden gekeken die van doorslaggevende betekenis is. In het geval van een onrechtmatige daad op internationaal niveau bepaalt de plaats waar de schade intreedt het toepasselijke recht. Bij arbeidsovereenkomsten wordt er over het algemeen gekeken naar het gewoonlijk werkland, oftewel: het land van waaruit de werknemer het belangrijkste deel van zijn verplichtingen tegenover de werkgever vervult.
Verwijzingscategorieën
Deze voorbeelden worden ‘verwijzingscategorieën genoemd. Dit zijn categorieën van zaken waar de rechter naar kijkt om uiteindelijk te kunnen bepalen welke IPR-regels moeten worden toegepast. Dit is precies waarom het conflictenrecht ook wel het verwijzingsrecht wordt genoemd. Iedere categorie heeft namelijk zijn eigen IPR-regels.
Uitzonderingen
Maar er zijn uitzonderingen ontstaan op deze hoofdregel. Dit wordt ‘methodenpluralisme’ genoemd. De verwijzingscategorieën worden bij de uitzonderingen niet als startpunt genomen. Het startpunt is dan toepasselijke wetgeving. Deze wetgeving moet vervolgens weer getoetst worden aan de concrete casus en is dus afhankelijk van de omstandigheden in een specifiek geval. Als je hierover vragen hebt helpt een van onze gespecialiseerde advocaten je graag verder.
Zelf het toepasselijke recht kiezen
Vaak lukt het wel om in een internationale zaak te bepalen welk recht moet worden toegepast. Soms ligt het echter iets genuanceerder. Dit is vooral het geval bij kwesties die raakvlakken hebben met niet EU-landen. In dat geval kan het lastig zijn om te bepalen welke rechter bevoegd is en welke IPR-regels moeten worden toegepast.
Dit zorgt er dan ook voor dat partijen (en advocaten) deze onzekerheden willen voorkomen. Hiervoor kun je bijvoorbeeld in een overeenkomst bepaald recht uitsluiten of juist (bij uitsluiting) van toepassing verklaren. Dit werkt hetzelfde als de ‘forumkeuze’, zoals je hebt kunnen lezen in deel 2 van deze serie.
Toch is een rechtskeuze niet altijd toegestaan. Of de rechtskeuze is toegestaan, hangt af van het gekozen rechtsstelsel. Als de rechtskeuze is toegestaan, wordt er nog gekeken of dit op de juiste manier is gedaan. Volgens de Rome I Verordening moet de keuze uitdrukkelijk worden gedaan of er moet voldoende blijken wat de rechtskeuze is. Partijen kunnen het toepasselijke recht kiezen voor de gehele overeenkomst, of slechts voor een deel.
Zorg bij het aangaan van een internationale relatie dat je weet wat het toepasselijke recht is, zodat je achteraf niet voor onaangename verrassingen komt te staan.
Wil je meer informatie over het internationaal privaatrecht? Neem dan contact op met Sharon Janssen, advocaat Vastgoed en Onderneming.