Het drinken van een drankje in een café, een klein etentje bij een eetcafé of restaurant. Achter deze activiteiten gaan tegenwoordig veel extra regels schuil vanwege het corona-virus. Er bestaat geen discussie over het feit dat het corona-virus ook de horecasector zwaar treft. Sinds 1 juni mochten de deuren weer open. Een versoepeling voor de horeca die met enthousiasme door de horecasector werd ontvangen. En we kunnen ons niet aan de indruk onttrekken… dat het enthousiasme ook gold onder een groot deel van de Nederlandse bevolking.
Inmiddels staat de teller op tien als het om de opeenvolgende noodverordeningen gaat. De opeenvolging van deze noodverordeningen zorgt voor regels, regels en nog meer regels. De horeca mag vooralsnog open blijven, maar wel onder met een veelvoud aan regelgeving. De rechtspraak heeft ook niet stil gezeten. Als het om de horeca gaat zijn er inmiddels al enkele uitspraken geweest waaruit belangrijke conclusies worden getrokken.
Wat staat er in de noodverordening?
In de noodverordening (bijvoorbeeld de noodverordening van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost) zijn verbodsregels opgenomen. Het is eenvoudig te raden wat de inhoud zal zijn van deze regels. Bepaald gedrag is niet toegestaan, oftewel: verboden. Een belangrijke punt bij de regels is de inachtneming van de 1,5 meter-regel. Op de verboden zijn enkele uitzonderingen gemaakt. Verder kan de kring van personen tot wie een bepaalde regel zich richt verschillen.
Gevolgen overtreding regels
Een overtreding van de regels uit de noodverordening kan gevolgen met zich meebrengen. In onze praktijk zien wij dat horecaondernemers zowel met bestuursrechtelijke handhaving als strafrechtelijke handhaving te maken krijgen. In veel gevallen mag dit juridisch samengaan, maar alertheid is wel geboden. Dit is zeer afhankelijk om welke combinatie van handhavingssancties het gaat.
Eerste uitspraken stromen binnen
De eerste strafrechtelijke uitspraken in context van overtredingen van de noodverordening moeten nog komen. De eerste bestuursrechtelijke uitspraken zijn er al wel. Hierbij wel met de opmerking dat het gaat om uitspraken in een ‘voorlopige voorzieningszaak’. Dit zijn zaken waarin wordt verzocht om een tussenoplossing totdat is besloten op het bezwaar of beroep.
We nemen je kort mee in deze uitspraken.
Schending 1,5-meter afstandsnorm
Afgelopen mei deed een rechter van de rechtbank Limburg uitspraak in een voorlopige voorziening. Een werkgever, een aspergeteler, was aangesproken op de 1,5 meter afstandsnorm. De buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) in kwestie had gezien dat de werknemers van de aspergeteler in groepen van drie of meer personen ten opzichte van elkaar en anderen niet de vereiste 1,5 meter in acht namen. Dit had tot gevolg dat de aspergeteler een dwangsombesluit kreeg toegestuurd. Volgens de voorzitter van de veiligheidsregio leverden de gedragingen, een overtreding op van de noodverordening. De rechter oordeelde dat hij betwijfelt of een werkgever als overtreder kan worden gezien van dat artikel. Omdat de twijfel groot genoeg was, zag de rechter reden om het dwangsombesluit te schorsen.
Dat leverde een belangrijk voordeel op voor de werkgever in kwestie: tot zes weken na de beslissing op bezwaar hoeft deze aspergeteler niet te vrezen dat hij een dwangsom moet betalen. Gedurende deze periode kan hij geen overtreding begaan op basis waarvan een dwangsombedrag kan worden gevorderd.
Bewijs
Eind juli deed een rechter van de rechtbank Gelderland in een voorlopige voorziening uitspraak. De eigenaar van een horecabedrijf kreeg een dwangsombesluit op de deurmat. Het besluit baseerde zich op de bevindingen van de toezichthouders van een gemeente. Er was op datum X geconstateerd dat er teveel gasten aanwezig waren in het horecabedrijf, niet alle gasten hadden een zitplaats en er werd geen 1,5 meter afstand gehouden. De toezichthouders in kwestie hadden echter niet gecontroleerd of sprake was van een uitzondering. In het bijzonder in deze kwestie: of sprake was van één huishouden of niet. De rechter vond dat uitgegaan was van veronderstellingen en aannames. Er was volgens de rechter geen gedegen onderzoek gedaan. Kort samengevat vond de rechter dat de voorzitter van de veiligheidsregio te voorbarig was geweest. Hij had niet de conclusie mogen trekken dat aanwezigen verplicht waren de 1,5 meter te houden.
Deze uitspraak maakt eens te meer duidelijk dat de nodige zorgvuldigheid moet worden betracht als wordt gehandhaafd. Zonder gedegen onderzoek is er onvoldoende bewijs voor een overtreding.
Gratis quickscan
Het is natuurlijk goed dat de overheid probeert het corona-virus onder controle te krijgen, maar wij vinden wel dat het nemen van maatregelen en de handhaving van deze maatregelen zorgvuldig moet gebeuren door de overheid. Over de voorschriften in de noodverordening, de handhaafbaarheid van de voorschriften en de wijze van handhaving van die voorschriften is de nodige discussie te voeren.
Wij willen er zijn voor ondernemers, zeker nu. Heb je te maken met handhaving van de noodverordening? Of is er aangekondigd dat een (strafrechtelijke) boete zal volgen? Laat ons samen met jou naar de zaak kijken. Een eerste quickscan van de situatie en het juridische verhaal doen we gratis. Neem gerust contact met ons op om jouw situatie aan ons voor te leggen.