In de bouw is het gebruikelijk om in de overeenkomst of de algemene voorwaarden een arbitraal beding op te nemen. Dit beding regelt dat geschillen tussen bijvoorbeeld een aannemer en de consument niet meer kunnen worden voorgelegd aan de rechter. Partijen moeten deze in de plaats daarvan voorleggen aan de Raad voor Arbitrage.
Nadelen arbitraal beding
Het aangaan van een arbitraal beding heeft voor de consument een aantal nadelen. Denk aan de:
• onafhankelijkheid van de arbiter: deze is niet op dezelfde wijze gewaarborgd als de onafhankelijkheid van de rechter;
• mogelijkheid van hoger beroep: tegen een arbitraal vonnis kan men niet in hoger beroep;
• verplichte toepassing van de wettelijke regels: de Raad van Arbitrage is vrijer bij de toepassing daarvan dan de rechter;
• kosten: de kosten van een arbitraal beding liggen hoger dan de kosten van een procedure bij de rechter;
• lengte van de procedure: een procedure bij de Raad van Arbitrage kan net zo lang en zelfs langer duren dan een procedure bij de rechter.
Een consument is zich vaak niet bewust van het sluiten van een arbitraal beding. Dit, mede gezien de nadelen, is de reden waarom in de rechtspraak vaak is gesteld dat een arbitraal beding onredelijk bezwarend is. Volgens de (Grond)wet mag een consument een rechter inschakelen, wat hem door een arbitraal beding afgenomen wordt.
Omstandigheden zijn bepalend
Op 21 september 2012 heeft de Hoge Raad eindelijk een vonnis gewezen waarin de vraag werd beantwoord of een arbitraal beding wel of niet (on)redelijk bezwarend is voor de consument. Volgens de Hoge Raad hangt dit af van de specifieke omstandigheden van het geval. De (on)redelijkheid van een arbitraal beding is dus niet, zoals Hof Amsterdam en Hof Leeuwarden stelden, in zijn algemeenheid te motiveren.
Waarop moet worden gelet? Volgens de Hoge Raad moet het oordeel of een arbitraal beding (on)redelijk bezwarend is, steunen op een specifieke motivering. Daarbij dient van geval tot geval te worden gekeken naar de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval. De stelplicht en bewijslast rusten daarbij in beginsel op de consument.
Het is dus opletten geblazen voor zowel de aannemer als de consument.
Herziening arbitragewet
Inmiddels is overigens een voorontwerp gepubliceerd ter herziening van de Arbitragewet. Daarbij wordt het uitgangspunt dat het arbitraal beding vernietigbaar is voor zover de consument geen keuze wordt gelaten tussen beide procedures.
Voor meer informatie over dit vonnis van de Hoge Raad of het voorontwerp herziening Arbitragewet kunt u contact opnemen met Wesley Rhoe, teamleider Vastgoed via 0493 – 352070 of w.rhoe@gca.nl.