Hennepkwekerij in huurwoning: wie draait op voor de kosten van ruiming?

Na de belangwekkende uitspraak van de Raad van State van 6 augustus jl., die bepaalde dat de eigenaar van een bosperceel waarop drugsafval was gedumpt, niet (zonder meer) gehouden was op te draaien voor de kosten van het opruimen van dat drugsafval, heeft de Raad van State op 10 september 2014 opnieuw een bijzondere uitspraak (ECLI:NL:RVS:2014:3350) gedaan in een zaak waar een hennepkwekerij in een huurwoning was aangetroffen.

Op grond van artikel 1a lid 2 Woningwet draagt een ieder die een bouwwerk gebruikt of laat gebruiken (verhuurd) er – voor zover dat in diens vermogen ligt – zorg voor dat er geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat. Bij een hennepkwekerij is sprake van concreet gevaar voor de gezondheid van omwonenden en de veiligheid van omliggende gebouwen. Denk bijvoorbeeld aan de grote hoeveelheid krachtige lampen die in een relatief kleine ruimte worden gebruikt om de hennep­planten te laten groeien en het provisorisch aftappen van stroom buiten de elektriciteitsmeter om.

De gemeentelijke overheid besloot daarom direct in te grijpen. Het college paste bestuursdwang ex artikel 5:25 lid 1 Algemene wet bestuursrecht toe door de hennepkwekerij te ontmantelen en de kosten daarvan op de eigenaar/verhuurder van de woning te verhalen. Op grond van dit artikel moet de ‘overtreder’ de kosten verbonden aan de bestuursdwang betalen, tenzij deze redelijkerwijs niet (geheel) voor zijn rekening behoren te komen. Daarnaast is het vaste rechtspraak van de Raad van State, dat de eigenaar van een pand als ‘overtreder’ wordt aangemerkt als hij weet of redelijkerwijs had kunnen weten dat het pand als hennepkwekerij is/wordt gebruikt. Van de eigenaar van een pand dat wordt verhuurd, mag worden verlangd dat hij tot op zekere hoogte nagaat op welke wijze het verhuurde pand wordt gebruikt.

De eigenaar van de huurwoning voerde in bezwaar en beroep aan, dat hij niet als overtreder kon worden aangemerkt, omdat hij niet wist, noch had kunnen weten dat zich een hennepkwekerij in de huurwoning bevond. Nu hij geen overtreder was, had het college de kosten voor het ontmantelen van die hennepkwekerij (de kosten van bestuursdwang) ten onrechte op hem verhaald.

De eigenaar onderbouwde zijn standpunt door erop te wijzen, dat hij altijd een deugdelijke administratie had bijgehouden en dat hij geen professionele verhuurder is. Aan hem kunnen daarom niet dezelfde ‘eisen van administratie’ (kopie geldig legitimatiebewijs en loonstrookje van huurder) worden gesteld als aan een professionele verhuurbedrijf. Daar komt nog bij, dat de eigenaar een makelaarskantoor als tussenpersoon had ingeschakeld voor de verhuur van zijn pand. De huur­overeenkomst was met behulp van de makelaar tot stand gekomen, vastgelegd op briefpapier van het makelaarskantoor en zelfs op het kantoor ondertekend door partijen. De makelaar zou als beheerder van de huurwoning optreden en zorgdragen voor het klein onderhoud aan het pand. De huurovereenkomst bepaalde voorts dat de huurder de huurpenningen maandelijks moest overmaken aan het makelaarskantoor. De makelaar maakte dat bedrag vervolgens iedere maand keurig over op de bankrekening van de eigenaar.

Gelet op deze feiten en omstandigheden – en het feit dat de eigenaar ten tijde van het aantreffen van de hennepkwekerij vanwege een beroerte in een verpleeghuis verbleef – was de Raad van State van oordeel, dat het uitdrukkelijk de bedoeling van de eigenaar was geweest om het beheer van het pand over te dragen aan het makelaarskantoor. Hierdoor hoefde de eigenaar zich niet te informeren over (de werkelijke identiteit van) de huurder, noch te controleren hoe het pand werd gebruikt. In tegenstelling tot de rechtbank stelde de Raad van State de eigenaar wel in het gelijk. Hij had niet kunnen weten dat de huurder hennepplanten in de huurwoning teelde. De eigenaar kon daarom niet als overtreder worden aangemerkt, waardoor het college de kosten voor het ontmantelen van de hennepkwekerij ten onrechte op hem had verhaald.

Voor meer informatie over dit onderwerp op het scheidsvlak tussen het bestuursrecht en het strafrecht kunt u contact opnemen met Patrick Grijpstra, advocaat Overheid + Omgeving, via p.grijpstra@gca.nl of 0492-780193.


Bij het samenstellen van dit artikel/deze nieuwsbrief is geen rekening gehouden met eventuele bijzondere van toepassing zijnde wetgeving en afspraken zoals opgenomen in de CAO en/of (arbeids)overeenkomst. Daarbij is rekening gehouden met de wetgeving die op het moment van het schrijven van de tekst geldend is. Het kan dus zijn dat, met de veranderende wetgeving, de inhoud later achterhaald is. Mocht je de informatie in de praktijk willen hanteren, neem dan van tevoren even contact op met een van de advocaten van Goorts + Coppens zodat zij je goed kunnen informeren.

Onze kernwaarden

Samen

Een perfecte samenwerking intern en met de klant bepaalt het succes.

Gedreven

Voor klanten en intern, we doen meer dan verwacht, altijd een super voorbereiding en elke klant is een geschenk.

Anders

Goorts + Coppens dat andere advocatenkantoor in aanpak, klantcontact én presentatie.

Zullen wij je op de hoogte houden?

Maud Saes

Maud Saes

Advocaat Arbeid

Stel gerust je vraag aan ons

Heb je vragen of wil je graag een afspraak maken? Stuur ons een e-mailbericht.

Je gebruikt een verouderde webbrowser

Deze website maakt gebruik van moderne technieken die niet worden ondersteund door jouw webbrowser. Update mijn webbrowser

×