Veehouderijen die in de buurt van een beschermd natuurgebied liggen, dienen te beschikken over een natuurbeschermingsvergunning. Dit najaar heeft de Raad van State in een tweetal uitspraken duidelijkheid gegeven over de vraag hoe bij toepassing van de Natuurbeschermingswet moet worden omgegaan met beschermde natuurgebieden die gelegen zijn buiten de provinciegrenzen en buiten de landsgrenzen.
Provinciegrenzen
Een varkenshouder vroeg een natuurbeschermingsvergunning aan bij de provincie Limburg. Dit had hij gedaan omdat zijn bedrijf in die provincie lag. Het bedrijf lag in de buurt van het beschermd natuurmonument Rouwkuilen (provincie Limburg). Op een afstand van 4.800 meter lag in de provincie Noord Brabant het beschermd natuurgebied Deurnsche Peel en Mariapeel. De provincie Limburg gaf een natuurbeschermingsvergunning af waarin alle genoemde natuurgebieden waren beoordeeld. In beroep bij de Raad van State speelde de vraag of de provincie Limburg ook de gevolgen op de natuurgebieden had mogen beoordelen die waren gelegen in de provincie Noord-Brabant.
Bij uitspraak van 29 augustus 2012 heeft de Raad van State deze vraag ontkennend beantwoord. De Raad van State oordeelde dat wanneer een handeling invloed heeft op verschillende gebieden ten aanzien waarvan verschillende bestuursorganen bevoegd zijn, bij elk bevoegd bestuursorgaan vergunning moet worden gevraagd. De varkenshouder moet dus voor de natuurgebieden in de provincie Noord-Brabant alsnog een vergunningaanvraag voorleggen aan de provincie Noord-Brabant.
Landsgrenzen
In oktober kreeg de Raad van State de vraag voorgelegd of de provincie Limburg bij vergunningverlening aan een nertsenhouderij rekening had moeten houden met het in Duitsland gelegen beschermde natuurgebied Reichswald.
In de natuurbeschermingsvergunning had de provincie geen onderzoek verricht naar de mogelijke gevolgen voor het Reichswald. De provincie had ook geen contact opgenomen met de Duitse autoriteiten om hun visie te horen. De Raad van State oordeelde dat de verleende natuurbeschermingsvergunning tot stand was gekomen in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. In een tussenuitspraak droeg de Raad van State de provincie Limburg op alsnog onderzoek te doen naar de mogelijke gevolgen van uitbreiding van de nertsenhouderij voor de stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied Reichswald.
Natuurbeschermingsvergunning grensoverschrijdend
Uit deze twee uitspraken van de Raad van State moet de conclusie worden getrokken dat in het geval beschermde natuurgebieden zijn gelegen buiten de eigen provincie daar een aparte vergunning moet worden aangevraagd. Er zijn in dit geval dus meerdere natuurbeschermingsvergunningen nodig. Als de uitbreiding van een veehouderij ook gevolgen heeft over de landsgrenzen heen, dan dienen ook die gevolgen te worden betrokken in de beoordeling. Natuurbescherming houdt niet op bij de provincie- of landsgrens.
Wilt u meer informatie hierover dan kunt u terecht bij Peter Goumans, advocaat Overheid & Omgeving. U kunt hem bereiken via p.goumans@gca.nl of 0492-780193.