Als uitgangspunt geldt dat ouders gedurende het huwelijk het gezamenlijk ouderlijk gezag uitoefenen. Na echtscheiding behouden zij het gezamenlijk ouderlijk gezag, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor wijziging naar eenhoofdig ouderlijk gezag noodzakelijk is in het belang van het kind. Ouders die niet gehuwd zijn én samen een kind hebben kunnen het ouderlijk gezag in overleg regelen of, indien zij het niet eens zijn, aanvragen bij de rechtbank. Er wordt dan een aantekening gemaakt in het centraal gezagsregister.
Geschillen uitoefening gezamenlijk gezag
Na echtscheiding of relatiebreuk ontstaan in de praktijk regelmatig geschillen over de uitoefening van het gezamenlijk gezag. Ouders zijn niet altijd in staat om overeenstemming te bereiken over belangrijke beslissingen die gevolgen hebben voor hun kind. Een ouder mag in beginsel niet zonder toestemming van de andere gezaghebbende ouder verhuizen of beslissingen nemen over bijvoorbeeld het te volgen onderwijs.
Rechterlijke tussenkomst op verzoek ouder(s)
Als ouders een geschil hebben over de uitoefening van het gezag, kan het geschil voorgelegd worden aan de rechter. Concreet kan een ouder, bij wie het kind de hoofdverblijfplaats heeft, vervangende toestemming aan de rechter vragen, wanneer de andere gezaghebbende ouder geen toestemming geeft. De rechter neemt een beslissing die hij in het belang van het kind wenselijk acht. Alle omstandigheden van het geval dienen in acht te worden genomen, wat ertoe kan leiden dat andere belangen zwaarder wegen dan het belang van het kind. Het belang van het kind staat echter wel centraal!
Rechtspraak
Bij bijvoorbeeld een verhuizing zijn onder andere de volgende omstandigheden van belang: de noodzaak om te verhuizen, de verdeling van de zorgtaken, de leeftijd van de kinderen en het in stand houden van sociale contacten van de kinderen. Zo heeft het gerechtshof onlangs bepaald dat het belang van moeder om te verhuizen naar haar geboortestreek niet zwaarder weegt, dan het belang van de kinderen om in hun vertrouwde omgeving te blijven wonen alsmede het belang van vader om zijn vaderrol te kunnen blijven uitoefenen.
Een ander voorbeeld van een geschil dat recentelijk door partijen is voorgelegd aan de rechter betrof de schoolkeuze. Vader liet zich bij de schoolkeuze vooral leiden door religieuze motieven. Moeder had daarnaast ook aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, de praktische en verkeersveilige aspecten en het algemene prestatieniveau van de school. Naar het oordeel van het gerechtshof gaf moeder voldoende argumenten die in het voordeel van haar keuze pleiten.
Conclusie
Ouders kunnen een geschil over de gezagsuitoefening voorleggen aan de rechter. De geschillen kunnen, naast de hierboven behandelde verhuizing en schoolkeuze, betrekking hebben op bijvoorbeeld het paspoort voor het kind of medische aangelegenheden. De rechtbank neemt vervolgens een beslissing die zij in het belang van het kind wenselijk acht. Het belang van het kind is er echter het beste mee gediend wanneer een gang naar de rechter wordt voorkomen en de ouders in onderling overleg tot een oplossing komen.
Voor meer info kunt u contact opnemen met Imke Gerrits, advocaat Familie, via i.gerrits@gca.nl of 0493-331484.