In een uitspraak van 30 september 2015 speelde een zaak waarbij er een zogenaamde MER-beoordelingsplicht geldt en waarbij de gemeente Oirschot van de aanvrager dus een milieu-effectrapport verlangde. Dat werd in dit geval niet door de Rechtbank Oost-Brabant en de Raad van State getolereerd.
Wat was er aan de hand?
Er was een vergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gevraagd voor een uitbreiding met 42 vleesvarkens en 1682 gespeende biggen en toepassing van een gecombineerd luchtwassysteem. Deze uitbreiding leidde, vanwege toepassing van luchtwassers, tot een afname van de geurbelasting, ammoniak en zwevende deeltjes (PM10). Je zou verwachten dat het bestuursorgaan een dergelijk plan zou toejuichen maar in dit geval wilde de gemeente Oirschot dat er nog verdergaande maatregelen getroffen zouden worden. Immers, na de uitbreiding zou er nog steeds sprake zijn van een overbelaste situatie. De vergunning werd dan ook geweigerd. De gemeente Oirschot wilde dus eigenlijk met het weigeringsbesluit bereiken dat de aanvrager nog verdergaande maatregelen zou treffen.
De Raad van State maakt daar echter korte metten mee en geeft duidelijk aan dat bij de beoordeling van de vraag of een milieueffectrapport nodig is, alleen gekeken mag worden naar de effecten van de wijziging en dan moeten vergunde rechten worden gerespecteerd.
Een logische uitspraak omdat anders de gemeente het instrument van milieu-effectrapportage in gaat zetten om extra maatregelen af te dwingen in situaties waarin er geen MER-plicht geldt.
Overigens zag de Raad van State ook in dat de gemeente op korte termijn de gevraagde vergunning moet verlenen omdat ze het gemeentebestuur, via een tussenuitspraak, opdraagt om binnen zes weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, inhoudende dat er een vergunning moet worden verleend.
Schade?
Indien deze ondernemer door deze houding van het bestuursorgaan schade heeft geleden, bestaat de mogelijkheid om schade te claimen. Met een vernietigende uitspraak van de Raad van State staat de onrechtmatigheid in beginsel vast en kan er een geslaagde aansprakelijkstelling volgen. Wel zal nog moeten worden aangetoond wat de schade is. Indien de bouwkosten inmiddels zijn gestegen of er anderszins aantoonbare schade is, kan er een geslaagde actie op basis van een onrechtmatige overheidsdaad worden gestart.
Voor meer informatie over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met Ruud Verkoijen, advocaat Overheid en Omgeving via telefoonnummer 0493-331474 of via r.verkoijen@gca.nl