In Nederland wordt – als een van de weinige landen ter wereld – in de wet bepaald dat partijen trouwen in gemeenschap van goederen. Partijen kunnen van dit wettelijke uitgangspunt afwijken door het aangaan van huwelijkse voorwaarden. In de praktijk gebeurt dit meestal niet.
De gemeenschap van goederen houdt in dat alle bezittingen en schulden van de echtgenoten gezamenlijk opgaan in één gemeenschappelijk vermogen. Dit is relevant op het moment dat een echtscheiding volgt: partijen moeten dan alle aanwezige bezittingen en schulden delen. Ieder ontvangt de helft. Dit kan zuur zijn als de een bij aanvang van het huwelijk aanmerkelijk meer bezittingen of schulden had dan de ander of een schenking ontvangt tijdens het huwelijk. Of zoals gezongen door Acda en de Munnik: ‘cd van jou, cd van mij. cd van ons allebei. Maar gekregen van mijn moeder, van mijn moeder dus van mij’.
Er zijn in de wet enkele uitzonderingen gegeven. Zo kan een ouder bepalen dat zijn nalatenschap of schenking niet in de gemeenschap van goederen valt. De meeste schulden en bezittingen van partijen vallen echter in de gemeenschap en moeten dus worden verdeeld.
Over de wenselijkheid van dit systeem van de gemeenschap van goederen bestaat al jaren discussie. Hoewel in 2012 wijzigingen zijn doorgevoerd in het huwelijksvermogensrecht, is de gemeenschap van goederen in stand gebleven. In juli 2014 is er een nieuw wetsvoorstel ingediend gericht op het laten verdwijnen van de gemeenschap van goederen.
In dit nieuwe wetsvoorstel wordt een zogenaamde “beperkte gemeenschap” tot uitgangspunt genomen waarbij alleen het vermogen dat wordt verworven tijdens het huwelijk gemeenschappelijk is. Het vóór het huwelijk aanwezige vermogen en het vermogen dat wordt verkregen uit een nalatenschap vallen niet in de gemeenschap. In het verslag van 21 november 2014 van de commissie voor Veiligheid en Justitie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, worden de visies van de verschillende fracties uit de Tweede Kamer op dit wetsvoorstel weergegeven.
Deze visies zijn enerzijds positief omdat het voorstel zou aansluiten bij de wens om bepaalde vermogens af te schermen in het geval van een echtscheiding. Anderzijds worden kritische kanttekeningen geplaatst. Zo gaan er, op het moment dat een beperkte gemeenschap het wettelijke uitgangspunt wordt, standaard drie vermogens naast elkaar bestaan: het gemeenschappelijke vermogen én de privévermogens van partijen.
In de dagelijkse praktijk worden deze vermogens met grote regelmaat vermengd. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat het geld uit een nalatenschap wordt gebruikt om een cruise te maken of wordt gebruikt voor de verbetering van een gezamenlijke woning. Kan de echtgenoot die de nalatenschap heeft ontvangen (en gespendeerd) daarop bij echtscheiding nog aanspraak maken? De verwachting is dan ook dat discussies omtrent de vermogensrechtelijke afwikkeling van een echtscheiding door dit wetsvoorstel zullen toenemen.
We moeten afwachten of het wetsvoorstel in zijn huidige vorm stand zal houden. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen op dit punt! Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Imke Gerrits, advocaat Familie, via 0493-331486 of i.gerrits@gca.nl.