In veel huwelijken is op de een of andere manier sprake van een taakverdeling; de een zet de vuilniszakken buiten en maait het gras, de ander doet de was en poetst de badkamer. Vaak komt deze verdeling automatisch tot stand omdat ieder doet waar hij of zij het best in is. Daar is natuurlijk ook niks mis mee en het maakt het dagelijkse leven zeker zo gemakkelijk.
Het kan wel een probleem worden op het moment dat door de taakverdeling een achterstand in kennis ontstaat. Dit is bijvoorbeeld het geval op het moment dat het doen van de financiële administratie, zoals het beheren van de bankrekeningen en het doen van de aangifte Inkomstenbelasting, de taak van één van de echtgenoten wordt terwijl de ander zich er niet mee bemoeit en alle beslissingen op financieel gebied aan de eerstgenoemde echtgenoot overlaat.
Ik kom in mijn praktijk met grote regelmaat tegen dat cliënten (ongeacht leeftijd of huwelijksduur) geen flauw benul hebben van het financiële plaatje. Bij een echtscheiding zijn de verwachtingen soms hooggespannen en de uitkomsten teleurstellend, bijvoorbeeld als de luxe vakanties gefinancierd blijken te zijn met een doorlopend krediet.
Recentelijk heeft de Eerste Kamer een wetsvoorstel aangenomen waarin de gemeenschap van goederen op een andere manier wordt vorm gegeven. Het wetsvoorstel zal naar verwachting met ingang van 1 januari 2018 in werking treden. Een van de grote verschillen met het oude stelsel is dat vóór het huwelijk opgebouwd vermogen niet in de gemeenschap van goederen valt. Heb je voor het huwelijk een bedrag van € 100.000,00 op je spaarrekening staan dan blijft dit na het huwelijk privévermogen ook als je trouwt in gemeenschap van goederen. Ga je vervolgens scheiden, dan is het uitgangspunt dat het bedrag van € 100.000,00 privévermogen is en je het niet hoeft te delen.
In de praktijk zal die conclusie moeilijker getrokken kunnen worden. Op het moment dat het hiervoor genoemde bedrag van € 100.000,00 nog altijd op dezelfde bankrekening staat zal er weinig discussie ontstaan. Maar wat als beide echtgenoten vermogen hebben opgebouwd voor het huwelijk en in de praktijk slechts van het spaarpotje van één van de echtgenoten is gesnoept terwijl het andere potje intact is gelaten? Als er dan een echtscheiding volgt heeft de ene echtgenoot nog privévermogen en de ander heeft een lege bankrekening.
En wat te doen wanneer het spaargeld van de ene echtgenoot is geïnvesteerd in de gemeenschappelijke woning of in de woning van de andere echtgenoot? In de praktijk zullen privévermogens en gemeenschappelijke vermogens zich met elkaar gaan vermengen en zullen vergoedingsrechten ontstaan. Het levert een financiële puzzel op die de echtscheiding zeker niet gemakkelijker maakt. Die ervaring hebben wij al opgedaan bij de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden waarbij ook sprake is van privévermogen naast gemeenschappelijk vermogen terwijl een goede administratie vrijwel altijd ontbreekt.
Van belang is dus dat je al tijdens het huwelijk verdiept in de financiën, daadwerkelijk meebeslist over financiële zaken en inzicht verkrijgt in de geldstromen die kunnen ontstaan tussen privévermogen en gemeenschappelijk vermogen. Een goed moment om dit jaar toch maar eens samen een avondje te gaan zitten voor de aangifte Inkomstenbelasting!
Meer weten over het aangenomen wetsvoorstel of over de financiële gevolgen van een eventuele echtscheiding? Neem contact op met Imke Gerrits via 06-48 84 22 79 of i.gerrits@gca.nl.