Afhankelijk van de aard van het pand, kan de verhuurder de huurovereenkomst niet zomaar opzeggen. In de huurwet zijn gronden vastgelegd waarop de verhuurder in ieder geval op kan zeggen: -Als hij kan aantonen dat de huurder zich als een onbehoorlijk huurder gedraagt; -Als het een tijdelijke huurovereenkomst betreft. De verhuurder kan dan opzeggen zodat de overeenkomst niet stilzwijgend verlengd wordt; -Als de verhuurder de verhuurde ruimte zelf dringend nodig heeft (dit moet duidelijk aantoonbaar zijn); -Als de verhuurder een redelijk voorstel voor een nieuwe huurovereenkomst heeft gedaan, maar de huurder hier niet akkoord mee is gegaan. Dit geldt niet als de nieuwe huurovereenkomst puur op wijziging van de huurprijs of bijkomende kosten gericht is; -Als de woonruimte weer vrij moet komen met oog op het bestemmingsplan.