Het enquêterecht is één van de vier rechten die vallen onder het recht op informatie. Het recht van enquête is het recht van de Staten Generaal en gemeenteraden om in een bepaalde zaak een onderzoek in te stellen.
Op 12 juni 2012 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel ter verbetering van de procedures voor het recht van enquête. Het enquêterecht wordt gebruikt voor de beslechting van geschillen binnen ondernemingen en zorgt ervoor dat de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam efficiënt kan optreden. De Ondernemingskamer kan op basis van het enquêterecht onderzoeken laten uitvoeren naar een nv of een bv om te bekijken of er juridisch op de juiste manier is gehandeld.
Hieronder zullen de belangrijkste wijzigingen worden toegelicht.
Starten enquêteprocedure
Met de wetswijziging krijgt de rechtspersoon de mogelijkheid om zelf een enquêteprocedure te starten en wordt er een drempel opgeworpen voor de toegang van aandeelhouders van grote nv’s en bv’s tot de Ondernemingskamer.
Aandeelhouders van een nv of een bv kunnen enkel een onderzoek naar de onderneming laten uitvoeren als zij een bepaalde hoeveelheid aandelen in de nv of bv vertegenwoordigen. Als de nv of bv een geplaatst kapitaal heeft van in ieder geval 22,5 miljoen euro dienen de aandeelhouders minimaal 1% kapitaal te vertegenwoordigen. Dit, tenzij hun belang een beurswaarde van in ieder geval 20 miljoen euro betreft. Deze regeling is niet van toepassing op nv’s en bv’s met een lager geplaatst kapitaal, waardoor een verschil ontstaat tussen aandeelhouders van grote en kleine nv’s en bv’s. Aandeelhouders van ondernemingen met een groot kapitaal kunnen wel een enquêteprocedure starten, terwijl aandeelhouders van ondernemingen met een klein kapitaal dit niet kunnen.
Beperkte aansprakelijkheid
Door een verheldering van de aansprakelijkheidsnorm leidt het wetsvoorstel tevens tot een beperking van de aansprakelijkheid van onderzoekers, tijdelijke bestuurders en commissarissen die op verzoek van de rechter zijn aangesteld in het onderzoek naar de nv of de bv. Als zij aansprakelijk worden gesteld vanwege de werkzaamheden die zij doen, hoeven zij de redelijke kosten van verweer niet zelf te betalen. Onderzoekers, tijdelijke bestuurders en commissarissen kunnen echter wel aansprakelijk worden gesteld voor schade die voorkomt uit het onderzoeksverslag als wordt vastgesteld dat zij opzettelijk onbehoorlijk hebben gehandeld of als er sprake is van een kennelijk grove miskenning van de taak.
Raadsheer-commissaris
Als laatste belangrijke wijziging wordt vanaf 1 januari een raadsheer-commissaris aangesteld door de Ondernemingskamer. Deze raadsheer-commissaris houdt toezicht op de onderzoeksfase en is bevoegd de onderzoekers aanwijzingen te geven. De onderzoekers dienen degenen die in het onderzoeksverslag worden genoemd, bijvoorbeeld de rechtspersoon, de mogelijkheid te geven om te reageren op de wezenlijke bevindingen die op hen betrekking hebben.
Wil je meer weten over onderwerp? Neem dan contact op met Luc Tacx, advocaat onderneming via telefoonnummer 0493 – 331486 of via l.tacx@gca.nl. Ook voor andere informatie over ondernemingsrecht kun je met hem contact opnemen.