Baanbrekend nieuws! Bij het beoordelen of een relatie een arbeidsrelatie is, speelt de partijbedoeling niet langer een rol. De Hoge Raad heeft hierover vorige week vrijdag een uitspraak gedaan. Tot nu werd het bekende arrest Groen/Schoevers als uitgangspunt gebruikt en werd gezegd dat je onder meer moet kijken naar de bedoeling van partijen bij het bepalen of je een arbeidsovereenkomst met iemand hebt. Daar wordt nu een streep doorheen gezet.
Waar het om ging
De persoon in kwestie was sinds 2009 werkloos. Het college van burgemeester en wethouders besloot in 2014 de betrokkene te laten deelnemen aan het ‘traject Participatieplaatsen’. Vanaf april tot en met oktober 2014 heeft betrokkene gewerkt bij een servicedesk. De betrokkene houdt haar IOAW-uitkering. De werkzaamheden eindigen na een jaar en de gemeente neemt betrokkene, ondanks dat zij dit graag wil, niet in dienst. De betrokkene vindt dat zij een arbeidsovereenkomst met de gemeente heeft.
Is het een arbeidsovereenkomst?
Een overeenkomst die voldoet aan de omschrijving van artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek is een arbeidsovereenkomst. Dat betekent dus dat een werknemer, onder gezag van de werkgever, tegen loon, persoonlijk arbeid moet verrichten. Vaak is het niet moeilijk om deze drie elementen te herkennen. In twijfelgevallen, was tot deze zaak, de lijn dat de partijbedoeling bij het aangaan van de overeenkomst van belang was. De Hoge Raad oordeelt nu dat niet van belang is of partijen wel de bedoeling hadden om een arbeidsovereenkomst aan te gaan. Zodra de overeengekomen rechten en plichten voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst, is er sprake van een arbeidsovereenkomst. De kwalificatie of er sprake is van een arbeidsovereenkomst heeft gevolgen voor eventuele ontslagbescherming, fiscaliteit en werkgeverslasten.
Waar kijkt de rechter in de praktijk dan naar?
Voor het beantwoorden van de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, moeten twee vragen worden beantwoord:
1. welke rechten en plichten hebben partijen afgesproken? Hierbij moet je niet alleen kijken naar wat letterlijk is afgesproken maar ook naar wat partijen mochten afleiden uit elkaars verklaringen en gedragingen (en dus ook de bedoeling van partijen);
2. wanneer duidelijk is wat dan is afgesproken, moet gekeken worden naar of deze afspraken maken dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Is dat zo? Dan is er sprake van een arbeidsovereenkomst.
In de praktijk is er dus sprake van een arbeidsovereenkomst zodra er een gezagsverhouding bestaat, iemand persoonlijk arbeid verricht en er loon wordt betaald. Of partijen ook de bedoeling hadden een arbeidsovereenkomst te sluiten, doet er niet langer toe. Voor meer informatie over de kwalificatie van een overeenkomst kunt je contact opnemen met een van onze advocaten van team Arbeid. Met een andere arbeidsrechtelijke vraag kun je uiteraard ook bij ons terecht.