Directe bouwstop intensieve veehouderij in Noord-Brabant door voorbereidingsbesluit!

Op 30 augustus jl. hebben wij u geïnformeerd over de Verordening ruimte 2014. Het door gedeputeerde staten  voorbereide ontwerp zet een rem op de ontwikkeling van de veestapel en beoogt een versnelde verduurzaming van agrarische bedrijvigheid. Afgelopen vrijdag hebben provinciale staten van Noord-Brabant een volgende stap gezet in dit traject. Vrijdagavond werden provinciale staten overvallen met een voorstel van gedeputeerde staten om een voorbereidingsbesluit te nemen. Provinciale staten stemden vrijdagavond unaniem in met dit voorstel. Het voorbereidingsbesluit komt in feite op een direct bouwverbod neer. Alleen als  de uitbreiding bijdraagt aan een zorgvuldige veehouderij is het mogelijk om een omgevingsvergunning te krijgen. Het voorbereidingsbesluit geldt voor ten hoogste zes maanden. Uiterlijk 20 maart 2014 dient de Verordening ruimte 2014 te zijn vastgesteld en in werking te  zijn getreden.

Inhoud voorbereidingsbesluit

Provinciale staten zetten het voorbereidingsbesluit in om ongewenste ontwikkelingen in de veehouderij tegen te houden. Aangezien ondernemers kennis hebben kunnen nemen van de beperkingen uit de Verordening ruimte 2014, bestaat er een grote kans dat zij nog vóór de inwerkingtreding van de Verordening ruimte 2014 een uitbreiding van bestaande bebouwing willen realiseren. Het voorbereidingsbesluit zorgt ervoor dat aanvragen voor een omgevingsvergunning op grond van hoofdstuk 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) door burgemeester en wethouders moeten worden aangehouden. Deze aanhoudingsplicht heeft betrekking op aanvragen ten behoeve van alle veehouderijen die zijn gericht op uitbreiding van bebouwing voor het houden van dieren.

Op grond van de ontwerp-Verordening ruimte 2014 wordt onder een veehouderij verstaan: ‘een agrarisch bedrijf gericht op het houden van dieren met uitzondering van vissen, wormen, slakken en insecten’. Het voorbereidingsbesluit ziet niet op veehouderijen waarvoor gedeputeerde staten op grond van de artikel 9.5 en 9.6 van de Verordening ruimte 2011 (uitbreiding intensieve veehouderij) ontheffing hebben verleend.

Slechts onder bijzondere voorwaarden is het toch mogelijk dat het bevoegd gezag de  omgevingsvergunning verleend en de aanhoudingsplicht wordt doorbroken. Op grond van het voorbereidingsbesluit kan een omgevingsvergunning slechts worden verleend indien:
1. aangetoond is dat er sprake is van een (ontwikkeling naar een) zorgvuldige veehouderij;
2. de veehouderij niet gevestigd is binnen een extensiveringsgebied zoals aangeduid in de Verordening ruimte 2012;
3. een zorgvuldige dialoog is gevoerd, gericht op het betrekken van belangen van omwonenden bij de planontwikkeling;
4. de landschappelijke inpassing tenminste 10% van de omvang van het bouwvlak omvat;
5. is aangetoond dat de kans op geurhinder ( voorgrond en achtergrond), in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20%, waarbij in het geval dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemd percentage ontwikkeling kan worden toegestaan indien is aangetoond dat hierdoor proportioneel wordt bijgedragen aan de afname van de overschrijding;
6. is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie op gevoelige objecten veroorzaakt die niet hoger is dan 30 µg/m3.

Voor de beoordeling van het element ‘zorgvuldige veehouderij’ gelden tot het moment waarop het ontwerp is vastgesteld van de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij de volgende voorwaarden:
1. de veehouderij presteert in zijn toekomstige opzet beter dan op grond van de huidige regelgeving nodig is op de aspecten fysieke leefomgeving en volksgezondheid en/of dierenwelzijn;
2. de veehouderij presteert beter indien deze:
I. voor het aspect fysieke leefomgeving op ten minste twee van de volgende thema’s beter scoort dan wettelijk is vereist: emissie van ammoniak, emissie van geur, emissie van fijnstof, mineralenbeheer;
II. maatregelen treft ten aanzien van de volksgezondheid en daarnaast biodiversiteit (inclusief landschap) of dierenwelzijn.
3. beoordeling vindt plaats op basis van (het ontwerp van) de fysieke inrichting van het bedrijf, het bedrijfsgezondheidsplan, de gecombineerde opgave en (beoogde) certificaten;
4. de aanvraag omgevingsvergunning gaat vergezeld van een bedrijfsplan en waar relevant een verklaring van certificerende instanties dat de opzet voldoet aan de eisen van die instantie;
5. een overeenkomst waarin aanvrager zich verplicht dat de beoogde opzet daadwerkelijk wordt gerealiseerd binnen twee jaar na verlening van de omgevingsvergunning op straffe van een boete.

Hoe wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden uit het voorbereidingsbesluit is niet van belang. De ondernemer heeft de vrije keuze welke maatregelen passend zijn binnen de bedrijfsvoering.

In het voorbereidingsbesluit stellen provinciale staten dat burgemeester en wethouders bevoegd gezag blijven ten aanzien van de toepassing van Hoofdstuk 2 en 3 van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht, met dien verstande dat de beoordeling of sprake is van strijd met de in voorbereiding zijnde Verordening ruimte 2014 toekomt aan gedeputeerde staten (de zogeheten verklaring van geen bedenkingen). Het is echter de vraag of de wettelijke regeling het wel toestaat een verklaring van geen bedenkingen van gedeputeerde staten  te verlangen.

Conclusie

Het voorbereidingsbesluit van provinciale staten blokkeert per direct de inwilliging van nieuwe  aanvragen om een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van bebouwing voor het houden van dieren bij veehouderijen. Alleen als  de aanvraag voldoet aan de stringente voorwaarden van het voorbereidingsbesluit kan de aanhoudingsplicht worden doorbroken. Heeft u vragen over de inhoud en de gevolgen van het voorbereidingsbesluit, neem dan contact op met onze specialisten van Team Overheid en Omgeving; p.goumans@gca.nl of m.peeters@gca.nl. Natuurlijk blijven wij de ontwikkelingen nauwgezet voor u volgen.


Bij het samenstellen van dit artikel/deze nieuwsbrief is geen rekening gehouden met eventuele bijzondere van toepassing zijnde wetgeving en afspraken zoals opgenomen in de CAO en/of (arbeids)overeenkomst. Daarbij is rekening gehouden met de wetgeving die op het moment van het schrijven van de tekst geldend is. Het kan dus zijn dat, met de veranderende wetgeving, de inhoud later achterhaald is. Mocht je de informatie in de praktijk willen hanteren, neem dan van tevoren even contact op met een van de advocaten van Goorts + Coppens zodat zij je goed kunnen informeren.

Onze kernwaarden

Samen

Een perfecte samenwerking intern en met de klant bepaalt het succes.

Gedreven

Voor klanten en intern, we doen meer dan verwacht, altijd een super voorbereiding en elke klant is een geschenk.

Anders

Goorts + Coppens dat andere advocatenkantoor in aanpak, klantcontact én presentatie.

Zullen wij je op de hoogte houden?

Maud Saes

Maud Saes

Advocaat Arbeid

Stel gerust je vraag aan ons

Heb je vragen of wil je graag een afspraak maken? Stuur ons een e-mailbericht.

Je gebruikt een verouderde webbrowser

Deze website maakt gebruik van moderne technieken die niet worden ondersteund door jouw webbrowser. Update mijn webbrowser

×