In de Verordening ruimte neemt de provincie Noord-Brabant de mogelijkheid om regels te stellen voor ruimtelijke besluiten van lagere overheden (zoals Brabantse gemeenten) of aan de kwaliteit van die beslissingen. In deze Verordening vertaalt de provincie haar nieuwe ruimtelijke beleid. Vandaag (30 augustus) vergadert de Themacommissie Transitie Stad en Platteland over het vrijgeven van de Verordening ruimte 2014 voor inspraak. De planning is dat Provinciale Staten in februari volgend jaar de Verordening vaststellen, zodat die kort daarna al in werking kan treden.
In de vergadering van de Themacommissie presenteren gedeputeerde staten hun nieuwe ruimtelijke beleid als een “ beleidsrijke actualisatie”. De opzet is niet alleen om de toegankelijkheid en bruikbaarheid van de Verordening vergroten. Het door gedeputeerde staten voorbereide ontwerp zet een rem op de ontwikkeling van de veestapel en beoogt een versnelde verduurzaming van agrarische bedrijvigheid.
Voor veehouderijen worden de bebouwingsmogelijkheden vergaand begrensd. Uitbreiding van bestaande bouwblokken wordt niet meer toegestaan en omschakeling is niet meer mogelijk. Voor uitbreiding is soms nog wel ruimte als elders een bedrijf wordt opgeheven en gesaneerd.
Naast de uitbreidingsbeperking regelt de Verordening ruimte 2014 ook dat er in principe geen onderscheid meer is tussen grondgebonden veehouderijen en intensieve veehouderijen. Ook wordt de bouwstop voor geiten- en schapenhouderijen opgeheven. Deze veehouderijen krijgen daardoor dezelfde ontwikkelmogelijkheden als de overige veehouderijen.
In de Verordening ruimte 2014 worden maximale geur- en fijnstof percentages (gebiedsnormen) genoemd waar veehouderijen zich aan dienen te houden. Overschrijding van deze percentages is niet mogelijk. Uitbreiding is enkel mogelijk als deze proportioneel bijdraagt aan de vermindering van geurbelasting in het betrokken gebied.
De Verordening ruimte 2014 staat mestbewerking (bijvoorbeeld drogen of verhitten van mest) op ieder agrarisch bouwvlak toe. Voor mestverwerking is de hoofdregel dat de vestiging of uitbreiding van mestverwerking is uitgesloten, behalve als het eigen mest is van het ter plaatse gevestigde bedrijf.
Voor (vollegronds)groenteteelt bedrijven wordt binnen de groenblauwe mantel een maximum opgenomen van 3 hectare voor het oprichten van permanente teeltondersteunende voorzieningen. Tot nu toe bestond hiervoor geen maximum.
Alle solitaire glastuinbouwbedrijven worden op slot gezet. Uitbreiding van deze bedrijven is volgens de Verordening ruimte 2014 niet toegestaan. Bestaande glastuinbouwbedrijven binnen een doorgroeigebied krijgen een uitbreidingsmogelijkheid met een bouwblok op afstand. Voor teeltondersteunende kassen is in de Verordening ruimte 2014 opgenomen dat eerst onderzoek dient te worden gedaan naar leegstaande kassen in de omgeving alvorens er wordt gekeken naar de oprichting van nieuwe kassen.
Ten slotte maakt het ontwerp van de Verordening ruimte 2014 het mogelijk om binnen de groenblauwe mantel om te schakelen naar een overig agrarisch bedrijf, mits dit bijdraagt aan verbetering van de milieukwaliteit.
Naast deze wijzigingen, kent het ontwerp van de Verordening ruimte 2014 nog een groot aantal inhoudelijke wijzigingen die de bedrijfsvoering van een agrarische bedrijf beïnvloeden. Wilt u hierover meer weten neem dan gerust contact met één van onze specialisten van Team Overheid en Omgeving; p.goumans@gca.nl of m.peeters@gca.nl Natuurlijk blijven wij de ontwikkelingen nauwgezet voor u volgen.