Vandaag (1 juli 2015) is de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in werking getreden. De inwerkingtreding betekent een wijziging van de Natuurbeschermingswet, het besluit grenswaarden PAS en de regeling PAS. Ook is de PAS zelf op 1 juli 2015 in werking getreden. Vanaf vandaag worden aanvragen behandeld onder het nieuwe recht.
Aanleiding
In Nederland zijn diverse gebieden als Natura 2000-gebied aangewezen. In de Natura 2000-gebieden vinden planten, vogels en andere dieren de bescherming die nodig is om de soorten en hun leefgebieden in stand te houden. Feit is dat in veel Natura-2000 gebieden overbelasting van stikstofdepositie plaatsvindt. Dit is een groot probleem voor de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor de stikstofgevoelige natuur in die gebieden. Nederland heeft zich verplicht om aan de instandhoudingsdoelstellingen te voldoen op grond van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn.
De kern van de PAS is kort gezegd dat aan de ene kant verdere achteruitgang van kwetsbare natuur wordt voorkomen en aan de andere kant er weer ruimte wordt gecreëerd voor economische ontwikkeling. Hierdoor kan de vergunningverlening voor activiteiten die gepaard gaan met stikstoftoename onder voorwaarden weer op gang komen.
Het voorgaande wordt mogelijk door de uitvoering van twee soorten maatregelen. Het eerste type maatregel ‘bronmaatregelen’ levert een bijdrage aan een vermindering van stikstofdepositie.
Het tweede type maatregelen zijn de zogenaamde ‘herstelmaatregelen’; maatregelen ter verbetering van de staat van de instandhouding van de betrokken habitats en soorten. Het doel van de PAS is dat de totale stikstofdepositie in de Natura 2000-gebieden op termijn afneemt.
De PAS wordt opgenomen in de Natuurbeschermingswet 1998 waarmee de Natuurbeschermingswet 1988 wordt gewijzigd.
De PAS
Tot 1 juli kon een ondernemer voor een project waardoor de stikstofdepositie toeneemt, deze toename salderen met de afname van stikstofdepositie door het (deels) stoppen van een ander bedrijf. De ondernemer met het uitbreidende bedrijf kon hiertoe de ammoniakrechten aankopen van het stoppende bedrijf. Dit is onder de gewijzigde Natuurbeschermingswet niet meer mogelijk, deze kent namelijk een verbod op extern salderen. Dat wil uiteraard niet zeggen dat er niets meer mogelijk is. In de plaats van extern salderen kunnen aanvragers gebruik maken van de stikstof die beschikbaar is gesteld in de ‘ontwikkelingsruimte’ -de toegestane toename in de stikstofneerslag- per Natura 2000-gebied. De ondernemer dient voor de stikstof kort gezegd een aanvraag in te dienen bij het bevoegd gezag (Gedeputeerde Staten) of door een omgevingsvergunning aan te vragen.
Een andere wijziging in de Natuurbeschermingswet 1998 is dat er grenswaarden zijn ingevoerd. Wanneer de stikstofdepositie onder de grenswaarde blijft en er geen andere significantie negatieve effecten optreden (bijvoorbeeld geluid), is niet langer een Nb-vergunning vereist op grond van artikel 19d eerste lid van de Natuurbeschermingswet. Dit is vastgelegd in de Natuurbeschermingswet en nader uitgewerkt in het Besluit grenswaarden PAS.
Het op 19 juni 2015 bekend gemaakte Besluit grenswaarden PAS bepaalt kort gezegd dat de grenswaarden worden vastgesteld op 1,0 mol (= 14 gram per hectare) per hectare per jaar.
De ontwikkelingsruimte die beschikbaar komt, is onderverdeeld in twee segmenten. Het eerste segment is beschikbaar voor projecten van groot maatschappelijk belang, bijvoorbeeld de aanleg van wegen. Van deze projecten is een lijst beschikbaar.
In het tweede segment vallen nieuwe economische activiteiten. In de praktijk gaat het vaak om uitbreidingen of nieuwe vestigingen van veehouders. De provincies hebben gezamenlijk regels vastgesteld voor de toedeling van de ontwikkelingsruimte in dit segment. Uitgangspunten daarbij zijn:
– Een bedrijf kan maximaal drie mol ontwikkelingsruimte per hectare krijgen.
– Als een vergunning is verleend, moet de ruimte binnen twee jaar daadwerkelijk zijn benut. Zo niet, dan kan de provincie de vergunning weer intrekken.
– Vergunningen worden verleend volgens het principe “wie het eerst komt, het eerst maalt”.
In de Provinciale beleidsregel hebben GS opgenomen dat bij toestemmingsbesluit aan een project of andere handeling op grond van segment 2 niet meer dan 3,00 mol stikstof per hectare per jaar aan ontwikkelingsruimte wordt toebedeeld per PAS periode. Voor de Natura 2000 gebieden waarin de habitattypen actieve hoogvenen (hoogveenlandschap), herstellende hoogvenen (actief hoogveen) of zeer zwakgebufferde vennen zijn aangewezen, wordt niet meer dan 0,05 mol stikstof per hectare toebedeeld. Via de kaartpagina van de website www.natura2000.nl kan worden nagegaan of de betreffende habitattypen aanwezig zijn.
Regeling PAS
Op 17 juni jl. is de definitieve versie van de Regeling PAS vastgesteld. In deze regeling worden regels gesteld over onder meer de toedeling, reservering en registratie van ontwikkelingsruimte, de meldingsplicht voor projecten die onder de grenswaarde blijven en de referentiesituatie bij vergunningverlening. Voor het bepalen van de hoogte van de ontwikkelingsruimte wordt een rekenmodel gebruikt: Aerius.
Wet economische delicten
Wat snel vergeten kan worden is dat de PAS ook gevolgen heeft voor de Wet op de economische delicten. Deze wet wordt namelijk ook gewijzigd met verstrekkende gevolgen. Zo begaat diegene die ten onrechte geen melding heeft gedaan een strafbaar feit in de zin van de Wet economische delicten.
Voor meer informatie over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met Ruud Verkoijen, advocaat Overheid en Omgeving via telefoonnummer 0493-331474 of via r.verkoijen@gca.nl