Misschien heb je het al gelezen in de krant. Een bijzondere zaak van advocaat Irene van Geel die uiteindelijk goed is afgelopen voor haar cliënt. Op 22 augustus 2017 sloot de burgemeester met ingang van 31 augustus 2017 een pand aan de Kerkstraat in Helmond vanwege de vondst van een hennepkwekerij. Duur van de sluiting: zes maanden. Irene van Geel stond in deze zaak de pandeigenaar bij en die kreeg uiteindelijk het gelijk. De Raad van State oordeelde afgelopen dinsdag dat het pand aan de Kerkstraat niet gesloten had mogen worden door de burgemeester na de vondst van een hennepkwekerij. Reden? Vanwege de bijzondere omstandigheden had de burgemeester niet in redelijkheid kunnen besluiten om tot sluiting over te gaan.
Als er bijzondere omstandigheden zijn dan kan namelijk worden afgeweken van handhavingsbeleid. Hierbij geldt dat alle omstandigheden van het geval erbij moeten betrokken en bezien moet worden of deze omstandigheden op zichzelf dan wel tezamen, als ‘bijzonder’ kunnen worden beschouwd.
Nadat cliënt ‘nul op rekest’ kreeg bij de voorzieningenrechter en de rechtbank, oordeelde de Raad van State afgelopen dinsdag in het voordeel van onze cliënt anders. De Raad van State kwam tot de conclusie dat de omstandigheden bijzonder waren die handhaving onevenredig maakte. Wat waren de omstandigheden:
1. De volgende omstandigheden voorafgaand aan de verhuur speelden mee:
- Onze cliënt had bij de verhuur van het pand een makelaar had ingeschakeld die de betrouwbaarheid en kredietwaardigheid van de huurder had gecontroleerd door middel van de NVM bedrijfstoets en de identiteit van de huurder had vastgesteld.
- In de huurovereenkomst was bepaald dat de verhuurder bij constatering van illegale activiteiten kan overgaan tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het pand. Ook was er een specifiek verbod op een hennepkwekerij opgenomen in de huurovereenkomst en was erin bepaald dat onderhuur zonder toestemming niet is toegestaan. De huur werd verder per bank overgemaakt.
- De huurder had gezegd het pand te willen gebruiken als bedrijfspand. Hij had al een vestiging van zijn bedrijf in Eindhoven en wilde daarnaast een vestiging in Helmond. Onze cliënt is zelf bij deze vestiging in Eindhoven gaan kijken. Er was toen niets vreemds opgevallen.
2. Ook aan de omstandigheden tijdens de verhuur hechtte de Raad van State waarde. Onze cliënt had eind maart 2017 het hele pand gecontroleerd en was vervolgens in april en mei van 2017 een aantal maal langs geweest om de huurder te leren kennen, maar heeft toen niet het hele pand gecontroleerd. Op 23 juni 2017 had cliënt dat wel gedaan. Hierbij speelde mee dat in een folder van de gemeente werd aangeraden om elk kwartaal te controleren om te voorkomen dat een hennepkwekerij zou worden opgezet. Hieraan gaf onze cliënt gevolg door het pand na drie maanden te controleren.
3. Cliënt nam zelf direct actie toen bij de controle op 23 juni 2017 in het pand een ravage werd aangetroffen. Naar later bleek kwam dit door de inval op 16 juni 2017 door de politie, waarbij een hennepkwekerij was aangetroffen en geruimd. Client heeft op dezelfde dag namelijk het pand opgeruimd, diezelfde dag nog de sloten laten vervangen en de huurovereenkomst gerechtelijk laten ontbinden. Dit met grote financiële gevolgen tot gevolg en een negatieve publiciteit, waardoor het pand een jaar niet is verhuurd,
Daarnaast speelden nog de omstandigheden mee dat uit gegevens van de energieleverancier bleek dat de hennepkwekerij naar alle waarschijnlijkheid pas enkele weken voor de inval was opgestart, en de politie concludeerde dat er nog niet was geoogst. Ook betrok de Raad van State een eerder besluit van de burgemeester bij het oordeel. In dat besluit kon worden afgeleid onder welke omstandigheden de burgemeester zich op het standpunt stelt dat sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan hij afziet van handhaving. De Raad van State vond dat deze omstandigheden nagenoeg vergelijkbaar waren als in de zaak van onze cliënt.
Het zal je niet verbazen dat de Raad van State vanwege deze omstandigheden tot de conclusie kwam dat de sluiting van het pand onredelijk was. Helaas voor cliënt heeft de sluiting grote gevolgen gehad en heeft de zaak bij de rechter even mogen duren, omdat de rechtbank cliënt in het ongelijk stelde. Gelukkig heeft de Raad van State nu onze cliënt in het gelijk gesteld.
Lees ook het artikel in het ED over de hennepzaak aan de Kerkstraat.
Vragen?
Heb jij vragen die betrekking hebben op dit onderwerp? Neem dan contact op met Irene van Geel via de telefoon (0492-780181) of via de mail (i.van.geel@gca.nl) .