Bestuurlijke mestboete volledig van tafel geveegd

In een hoger beroepzaak van ons kantoor heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) bij uitspaak van 9 mei 2016 een door de RVO opgelegde bestuurlijke boete van € 43.162,00 vernietigd.

Wat was er aan de hand?
Onze cliënt exploiteert een rundveebedrijf en had in april 2011 mest gescheiden via een mobiele mestscheidingsinstallatie. Deze installatie is twee dagen in gebruik geweest. Een half jaar later (oktober 2011) wordt door de NVWA geconstateerd dat er drie vrachten pluimveemest op het bedrijf zijn aangevoerd. Die mest werd daar tijdelijk opgeslagen en is uiteindelijk ook als pluimveemest afgevoerd. Omdat de in april 2011 gescheiden rundveemest hoge stikstof- en fosfaatgehaltes vertoonde, werd door de NVWA aangenomen dat er een half jaar eerder geen rundveemest was gescheiden en afgevoerd, maar pluimveemest. De afgevoerde gescheiden rundveemest werd door de RVO niet meegeteld, met als gevolg dat cliënt in 2011 de gebruiksnormen had overtreden. Daarvoor was een boete van € 43.162,00 opgelegd.

Het standpunt van partijen
Onderzocht moest worden of de afgevoerde rundveemest terecht niet was meegeteld. De RVO hield vol dat cliënt in april 2011 geen gescheiden rundveemest had afgevoerd, omdat de stikstof- en fosfaatgehaltes van deze mest veel te hoog waren. Tijdens de procedure in hoger beroep kwam de RVO ineens met het standpunt dat wellicht toch rundveemest was afgevoerd, maar dat dit was vermengd met pluimveemest, hetgeen de hoge gehaltes zou verklaren. Wij hebben in hoger beroep aangevoerd, en met een deskundigenbericht en getuigenverklaringen aangetoond, dat er wel degelijk rundveemest was gescheiden. Ook hebben wij inzichtelijk gemaakt dat uit onderzoeken was gebleken, dat op andere locaties de fosfaat- en stikstofgehaltes bij mestscheidingsinstallaties behoorlijk van elkaar afweken.

Wat vond het CBB?
Allereerst vond het CBB dat de RVO in hoger beroep niet haar eerder ingenomen standpunt kon wijzigen (nuanceren) en dus niet plotseling mocht roepen dat er wellicht toch rundveemest was gescheiden maar daar pluimveemest aan toe was gevoegd. Verder vond het CBB dat uit de eerder ingediende én tijdens de zitting onder ede afgelegde getuigenverklaringen voldoende was gebleken dat er in april 2011 rundveemest was gescheiden en afgevoerd. Het CBB constateerde dat de geconstateerde gehaltes van fosfaat en stikstof hoog waren, maar daaruit kon niet worden afgeleid dat er geen rundveemest was gescheiden. Kortom, de hoogste bestuursrechter in mestboete-zaken oordeelde dat de boete ten onrechte was opgelegd en vernietigde het besluit van de Staatssecretaris waarbij de boete was opgelegd. Dit betekent, dat cliënt geen boete van € 43.162,00 meer hoefde te betalen.

Van belang voor de praktijk
In de uitspraak wordt nog eens herhaald wat het juridisch kader van de meststoffenwet is. Er geldt een algeheel verbod op het op of in de bodem brengen van meststoffen. Dat verbod geldt niet als aan wettelijke voorwaarden wordt voldaan. Een van die voorwaarden is dat aan de gebruiksnormen moet zijn voldaan. Op de agrariër rust de bewijslast om aan te tonen dat hij aan de gebruiksnormen voldoet. Dat moet gebeuren door gegevens over de meststoffenhuishouding te administreren en over te leggen.

Uit rechtspraak van het CBB volgt dat de agrariër ook aan de hand van alternatieve gegevens en bepalingswijzen, die voldoende onderbouwd en betrouwbaar zijn om als bewijs te kunnen dienen, aannemelijk kan maken dat de gebruiksnormen niet zijn overschreden. Ondanks dat de agrariër (als eerste) aan zet is, moet de Staatssecretaris (RVO) op basis van concrete feiten en omstandigheden aantonen dat er een overtreding is begaan als men een bestuurlijke boete wil opleggen. In deze zaak kon de RVO niet aan de hand van concreet bewijsmateriaal aantonen dat onze cliënt een overtreding had begaan (de gebruiksnormen had overtreden). De uitspraak maakt duidelijk hoezeer getuigen het verschil kunnen maken. In bestuursrechtelijke procedures is het niet gebruikelijk om getuigen te horen, maar uit deze uitspraak blijkt dat er in mestboete-zaken, als het gaat om de vaststelling van feiten, veel waarde wordt gehecht aan de verklaringen van getuigen.

Om de zaak tot een goed einde te kunnen brengen, is het van belang dat er in een zo vroeg mogelijk stadium een compleet dossier wordt opgebouwd en dat een advocaat vanaf het begin bij de zaak betrokken is. Deze procedure is in februari 2013 met een boetebesluit begonnen en is dus ruim 3 jaar later pas afgerond. Al die tijd verkeert de agrarisch ondernemer in onzekerheid over de afloop van de zaak. Een advocaat kan ervoor zorgen dat het maximale wordt gedaan om een positief resultaat te bereiken.

Vrije advocaatkeuze
Op 7 april 2016 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie twee arresten gewezen, waaruit blijkt dat een verzekerde al in de bezwaarfase van een bestuursrechtelijke procedure een beroep kan doen op het recht op vrije advocaatkeuze. Ook als er een zienswijze moet worden ingediend om uiteindelijk in beroep te kunnen gaan, kan een verzekerde zich beroepen op het recht om zelf een advocaat uit te kiezen. Wanneer u of uw cliënt een rechtsbijstandverzekering heeft en in bezwaar kan gaan tegen een opgelegde bestuurlijke boete, kan de rechtsbijstandverzekering u niet (meer) beletten om voor rekening van de verzekering een eigen advocaat in te schakelen. In dat geval bent u daadwerkelijk verzekerd van goede specialistische rechtshulp.

Heeft u vragen hierover, neem dan telefonisch contact op via 0493-331474 met één van onze advocaten uit het team Milieu + Omgeving, die ervaring hebben met mestboete-zaken:

Ruud Verkoijen, of per e-mail: r.verkoijen@gca.nl;

Patrick Grijpstra, of per e-mail: p.grijpstra@gca.nl;

Niels Crooijmans, of per e-mail: n.crooijmans@gca.nl.


Bij het samenstellen van dit artikel/deze nieuwsbrief is geen rekening gehouden met eventuele bijzondere van toepassing zijnde wetgeving en afspraken zoals opgenomen in de CAO en/of (arbeids)overeenkomst. Daarbij is rekening gehouden met de wetgeving die op het moment van het schrijven van de tekst geldend is. Het kan dus zijn dat, met de veranderende wetgeving, de inhoud later achterhaald is. Mocht je de informatie in de praktijk willen hanteren, neem dan van tevoren even contact op met een van de advocaten van Goorts + Coppens zodat zij je goed kunnen informeren.

Onze kernwaarden

Samen

Een perfecte samenwerking intern en met de klant bepaalt het succes.

Gedreven

Voor klanten en intern, we doen meer dan verwacht, altijd een super voorbereiding en elke klant is een geschenk.

Anders

Goorts + Coppens dat andere advocatenkantoor in aanpak, klantcontact én presentatie.

Zullen wij je op de hoogte houden?

Maud Saes

Maud Saes

Advocaat Arbeid

Stel gerust je vraag aan ons

Heb je vragen of wil je graag een afspraak maken? Stuur ons een e-mailbericht.

Je gebruikt een verouderde webbrowser

Deze website maakt gebruik van moderne technieken die niet worden ondersteund door jouw webbrowser. Update mijn webbrowser

×