In een uitspraak van 3 juni heeft de Raad van State bepaald dat het bestemmingsplan in sommige gevallen de verhuur van een woning als recreatieverblijf, in de weg staat. Klik hier voor de volledige tekst van de uitspraak:
De zaak speelde in Noord-Beveland en de woning waar het hier over ging, lag in de bebouwde kom van Colijnsplaat. Op het perceel rustte de bestemming “Woondoeleinden” en volgens het bestemmingsplan betekende dit dat de gronden waren bestemd voor de huisvesting van personen. Een woning werd gedefinieerd als een gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
De woning werd voor korte perioden recreatief verhuurd aan derden, iets wat bij verhuur via Airbnb of Wimdu ook vaak het geval is.
Logies met ontbijt in de bestaande eet- en slaapvertrekken binnen de woning was op basis van het bestemmingsplan wél toegestaan. Een bed-and-breakfast mocht dus wel worden aangeboden maar blijkbaar werd de woning ook als geheel verhuurd.
De eigenaar van de woning betoogde dat het kortstondig verhuren van de woning voor recreatie-doeleinden niet strijdig was met het bestemmingsplan.
De Raad van State concludeerde echter, in navolging van de rechtbank en in navolging van haar uitspraak van 23 oktober 2013 (201300024/1), dat bij de definitie van woning in dit plan er een zekere duurzaamheid in het gebruik moet zijn. Het kortstondig recreatief verhuren van de woning werd in strijd met de bestemming “Woondoeleinden” geacht en derhalve kon de gemeente tot handhaving over gaan.
Deze uitspraak is met name interessant omdat steeds meer particulieren via aanbieders als Airbnb en Windu hun woning voor kortere perioden voor recreatief verblijf te huur aanbieden.
Om vervelende verrassingen te voorkomen is het goed om via www.ruimtelijkeplannen.nl na te gaan welke bestemming op je perceel rust en of recreatieve verhuur mogelijk is.
Voor meer informatie over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met Ruud Verkoijen, advocaat Overheid en Omgeving via telefoonnummer 0493-331474 of via r.verkoijen@gca.nl