Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (= Wabo) werd de milieuvergunning een omgevingsvergunning voor milieu. Ook voor de rechtsbescherming brengt dat wijzigingen met zich mee.
Niet iedereen kan beroep aantekenen tegen een omgevingsvergunning voor milieu. Vereist is een persoonlijk en objectief bepaalbaar belang dat je in voldoende mate van anderen – die het mogelijk ook oneens zijn met de verlening van die vergunning – onderscheidt. De Raad van State heeft in een aantal uitspraken uitleg gegeven over de vraag wie beroepsgerechtigd is. Van belang is onder andere de recente uitspraak van 6 april 2011.
Uitspraak Raad van State
In de zaak die aan de Raad van State werd voorgelegd, was een milieuvergunning verleend voor een agrarisch bedrijf. In beginsel zijn bij de verlening van een dergelijke vergunning de eigenaren en de bewoners van percelen die milieugevolgen van het bedrijf kunnen ondervinden belanghebbenden. In dit geval was de afstand tussen de woning van degene die beroep instelde en het bedrijf meer dan 400 meter. Toch nam de Raad van State aan dat er sprake was van het wettelijk vereiste belang. Dat hing samen met de omvang van het bedrijf. Door die omvang was het aannemelijk dat bij de woning milieugevolgen van het bedrijf zouden kunnen optreden.
Wie mag er beroep instellen?
Samenvattend staat tegen een omgevingsvergunning voor milieu beroep open door:
– de directe buren van het bedrijf,
– omwonenden op meer afstand die goed zicht hebben op het bedrijf,
– omwonenden die afhankelijk van de omvang van het bedrijf daarvan nog milieugevolgen kunnen ondervinden.
Heb je nog vragen over mogelijkheden voor rechtsbescherming tegen omgevingsvergunningen, neem dan contact op met Peter Goumans, advocaat Overheid & Omgeving. U kunt hem bereiken via p.goumans@gca.nl of 0492-780193.