Eerder publiceerde Patrick Grijpstra al een artikel over het alcoholslotprogramma. Hierin schreef hij dat het CBR had aan twee personen het alcoholslotprogramma (ASP) opgelegd. Deze personen hadden echter geen geld en/of geen eigen auto om aan het ASP deel te nemen. De gevolgen waren vergaand.
Deelname ASP onmogelijk
Niet deelnemen aan het ASP betekende dat het rijbewijs van deze personen ongeldig werd verklaard voor een periode van 5 jaren. Zij konden daardoor al sinds 2012 respectievelijk 2014 niet beschikken over een rijbewijs. Zij mochten al die tijd geen auto besturen en konden daardoor niet aan (nieuw) werk komen. De twee personen besloten daarop (in kort geding) het CBR voor de burgerlijke rechter te dagen. Zij wilden dat de formele rechtskracht van de ASP-besluiten werd doorbroken, omdat hun situatie zo ernstig was dat het laten voortduren van het ASP voor hen onevenredig en onrechtmatig zou zijn. Het hof Den Haag was het daarmee eens en droeg het CBR op om deze twee personen (voorlopig) hun oude rijbewijs terug te geven.
CBR niet eens met besluit
Het CBR weigerde zich daarbij neer te leggen en ging in cassatie tegen het arrest van het hof. Volgens het CBR was de door deze twee personen gevorderde voorziening niet te verenigen met de formele rechtskracht van de opgelegde ASP-besluiten. Het CBR wees er verder op, dat voor deze twee (maar ook voor anderen wiens rijbewijs voor 5 jaar ongeldig was verklaard)er een mogelijkheid is om een verklaring van (rij)geschiktheid aan te vragen en daarbij aan het CBR te vragen om terug te komen op het onherroepelijke ASP-besluit.
Bestuursrechtelijk besluit
De Hoge Raad overweegt dat de beslissingen van het CBR een besluit opleveren als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waartegen bezwaar en beroep openstaan. Dit betekent dat de burgerlijke rechter ieder die bij hem een procedure start tegen een bestuursrechtelijk besluit, niet-ontvankelijk dient te verklaren, tenzij blijkt dat de rechtsbescherming van die persoon bij de bestuursrechter tekortschiet.
Niet ontvankelijk
De Hoge Raad overweegt dat de twee personen niet in bezwaar/beroep zijn gegaan tegen de aan hen opgelegde ASP-besluiten. Zij hebben in eerste instantie niet het CBR verzocht om een verklaring van (rij)geschiktheid af te geven en terug te komen op de ASP-besluiten.Stel dat het CBR daarop negatief zou beslissen, dan pas hadden deze twee personen daartegen bezwaar en beroep kunnen instellen. Dat is niet gebeurd. Deze twee personen zijn in de plaats daarvan direct naar de burgerlijke rechter gegaan. Om die reden zijn zij niet-ontvankelijk in hun vordering bij de burgerlijke rechter, temeer omdat niet is aangevoerd of gebleken dat hun rechten door de bestuursrechter onvoldoende beschermd zouden worden.
Duidelijkheid
Met het arrest van de Hoge Raad is duidelijkheid geschapen over de formele rechtskracht van onherroepelijke bestuursrechtelijke uitspraken en de ontvankelijkheid van de burgerlijke rechter in zaken waarbij een alcoholslotprogramma is opgelegd.
De Hoge Raad heeft in het arrest van 20 januari 2017 het eerdere arrest van het Gerechtshof Den Haag vernietigd en het daaraan voorafgaande vonnis van de rechtbank alsnog bekrachtigd.
Vragen?
Neem gerust contact op met Patrick Grijpstra, advocaat team Milieu & Omgeving, via telefoonnummer 0492-780193 of per e-mail: p.grijpstra@gca.nl.