Als werkgever ben je verplicht om een werknemer met een tijdelijke arbeidsovereenkomst uiterlijk één maand voor het einde schriftelijk te laten weten of het contract wordt verlengd of niet en onder welke voorwaarden. Deze verplichting geldt bij tijdelijke contracten van 6 maanden of langer. Op het moment dat de werkgever deze verplichting niet nakomt of de werknemer hierover te laat informeert, kan de werknemer aanspraak maken op een aanzegvergoeding. De aanzegvergoeding is gelijk aan een bruto maandsalaris als de werkgever niet heeft aangezegd. Als de werkgever te laat heeft aangezegd heeft de werknemer recht op een vergoeding naar rato.
Aanzegging bij voorbaat in de arbeidsovereenkomst
Sommige werkgevers kiezen ervoor om alvast in de arbeidsovereenkomst een zogenoemde ‘aanzegging bij voorbaat’ op te nemen. Dat is een bepaling waarin staat dat de arbeidsovereenkomst zal eindigen op een bepaalde datum en dat de arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. Daarmee wordt voldaan aan de aanzegverplichting en voorkomt de werkgever dat zij de aanzegvergoeding verschuldigd is. Een dergelijke aanzegging bij voorbaat wordt toegestaan door de rechter. Wanneer een dergelijke bepaling in de arbeidsovereenkomst is opgenomen, dient de werkgever de werknemer enkel te informeren over de voortzetting als de arbeidsovereenkomst verlengd wordt.
Aanzegging bij voorbaat en de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB)
Met de inwerkingtreding van de WAB, per 1 januari 2020, hebben werknemers direct vanaf indiensttreding recht op een transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever wordt beëindigd of niet wordt voortgezet. Indien in de arbeidsovereenkomst al is opgenomen dat de arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd, kan de werknemer na de einddatum aanspraak maken op een transitievergoeding. Uit de arbeidsovereenkomst blijkt namelijk dat deze niet wordt verlengd op initiatief van de werkgever. Ook in de situatie dat de werknemer zelf niet op zijn plek zit en niet verder wil bij de werkgever, is de transitievergoeding verschuldigd. Als deze werknemer zelf na afloop van zijn contract had aangegeven niet verder te willen, is er van de verschuldigdheid van de transitievergoeding, geen sprake.
Houd er dus rekening mee dat werknemers – met een aanzegging bij voorbaat in de arbeidsovereenkomst – vanaf 1 januari 2020 aanspraak kunnen maken op een transitievergoeding. Tevens is het goed om te overwegen of het opnemen van een dergelijke bepaling in een arbeidsovereenkomst nog wel gewenst is.
Heb je vragen over de aanzegging bij voorbaat of over andere wijzigingen vanaf 1 januari 2020? Neem dan contact op met één van de advocaten van het team Arbeid.